Waar is Anouk? Lisa’s ogen schieten de kamer door. Ze vliegt naar binnen en kijkt wild om zich heen.
‘Anouk!’ roept ze met overslaande stem.
‘Ik ben in de keuken, mama,’ klinkt het stemmetje van haar dochter.
Haastig loopt Lisa naar de keuken. Anouk staat op een stoeltje bij het aanrecht en wast zorgvuldig haar handen met zeep, geholpen door Kreuger. ‘Goed zo, en nu daar nog een beetje. Kijk, je duim is nog rood.’
Lisa leunt tegen de deurpost en haalt een paar keer diep adem. Haar hart begint weer rustig te kloppen en ze slaagt erin een glimlach op haar gezicht te toveren als Kreuger naar haar omkijkt.
‘Ze heeft heel veel schilderijen gemaakt,’ zegt hij opgewekt. ‘Ik zag het. Geweldig!’ Lisa’s stem klinkt vreemd, haar glimlach ligt als een plastic masker op haar gezicht, maar Kreuger lijkt dat niet te merken. Hij ziet er tevreden uit, ontspannen zelfs, tot Anouk van het stoeltje springt en naar haar moeder toe rent alsof ze Kreugers aanwezigheid geen seconde meer kan verdragen. Met een wild gebaar slaat ze haar armen om Lisa’s middel en drukt haar gezicht tegen haar aan.
‘Waar was je nou!’
‘Ik moest boven wat doen. Jij zat toch lekker te verven?’
‘Je mag niet weggaan. Waarom ging de deur niet open?’
O mijn god, ze heeft geprobeerd om binnen te komen, flitst het door Lisa heen. Over haar dochters hoofd heen vinden haar ogen die van Kreuger, en opeens ervaart ze een merkwaardig gevoel van dankbaarheid dat hij Anouk dat in ieder geval bespaard heeft. Als dat zijn insteek tenminste was en hij haar niet gewoon een snelle vlucht wilde beletten. Het is moeilijk om in het hoofd van een moordenaar, een kindermoordenaar nog wel, te kijken. Wie zegt dat er behalve de rare kronkels die hem tot zijn afgrijselijke daden brengen, niet ook iets van gevoel en menselijkheid zit? Ze moet erop vertrouwen dat dat zo is. Hij heeft hen niet vermoord en lijkt dat ook niet van plan te zijn, ook al kun je dat nooit zeker weten. Ze heeft geen flauw idee wat zijn plan is.
De rest van de middag brengt ze in de keuken door. Ze heeft altijd van koken gehouden en in dit geval is dat haar redding. Het geeft haar wat te doen, leidt haar af van haar gepieker. Ze haalt de transistorradio uit de kelder en zet hem zachtjes aan, om Kreuger niet te storen die in de woonkamer naar sport zit te kijken. Hij heeft een flesje bier uit de garage gehaald en zit met zijn voeten op tafel. Als ze niet beter wist, zou ze denken dat Menno daar zat.
Haar ogen glijden naar de foto’s die met magneetjes op de koelkast hangen. Veel foto’s van Menno en haar, momenten uit een ander leven, toen ze elkaar net hadden ontmoet en ze nog jong en hoopvol was. Overtuigd van haar aantrekkingskracht op hem, zeker van haar macht om hem te krijgen. Exclusief, helemaal alleen voor zichzelf.
Met een zucht doet ze het deurtje van de magnetron open om te controleren of het vlees al ontdooid is. Ze heeft haar kastjes en vriezer altijd helemaal volgestouwd met blikjes, brood en vlees zodat ze niet steeds de deur uit hoeft om boodschappen te doen. Met het oog op Anouks benauwdheidsaanvallen heeft ze zaterdag flink ingeslagen. Toen ze inderdaad ziek werd, was ze daar blij om. Ze had Anouks school gebeld en zelf een weekje vrij genomen.
Achteraf was het beter uitgekomen als de kasten vandaag leeg waren geweest, maar ach, dan had Kreuger haar misschien pizza laten bestellen. Of ze hadden op droog brood en restjes geleefd. Dat laatste lijkt haar waarschijnlijker.
Het minste wat ze kan doen is goed voor zichzelf en Anouk zorgen, zodat ze op krachten blijven. Dat kan nog hard nodig zijn.
De situatie heeft nog steeds iets onwerkelijks. Het is alsof ze uit haar normale leven is weggezogen en in een andere dimensie terecht is gekomen. Haar overbelaste geest blijft beelden voor haar ogen schuiven, als een defecte videocamera die steeds dezelfde voorstelling projecteert.
Lisa haalt het vlees uit de magnetron en legt het op een snijplank op het aanrecht. Magere sukadelapjes, of draadjesvlees zoals ze het zelf altijd noemt. Haar lievelingsgerecht van vroeger. Ze lustte niet veel als puber en at bijna niets, maar als haar moeder draadjesvlees op tafel zette, viel ze meteen aan. Het was het eerste dat ze leerde maken toen ze het huis uit ging en ze vindt het nog steeds heerlijk.
Ze zet een braadpan op het vuur, doet er een klont boter bij en als die bruin kleurt, legt ze de sukadelappen erin. Het vlees schroeit sissend dicht. Kruidnagels erbij, een paar laurierblaadjes en stukjes ui. Een heerlijke geur drijft de keuken in, de geur van vroeger, van thuis. Een overstelpend gevoel van heimwee overvalt haar. Ze neuriet krampachtig mee met een liedje op de radio maar ze kan niet voorkomen dat ze tranen aan de jus toevoegt.
27
Opnieuw brengt ze met Anouk de nacht door in de kelder, maar als Kreuger hen er de volgende ochtend uit laat, is er een verandering in zijn houding opgetreden. Hij staat er bijna schutterig bij, maakt nog net geen excuus. Tot Lisa’s verbazing heeft hij de ontbijttafel gedekt en staat de koffie al klaar. In een afwachtende stemming gaat ze aan tafel zitten.