De gevangenis, denkt Lisa. Of een heel diepe afgrond.
Ze haalt haar schouders op. ‘Ergens waar ze hem niet kunnen vinden.’
‘Hij verstopt zich hier,’ stelt Anouk vast. ‘Voor de politie.’
Lisa kan het niet ontkennen.
‘Kan de politie hem niet vinden, mama?’
‘Nee. Daar schijnen ze niet toe in staat te zijn.’
Anouk kijkt door het keukenraam naar buiten en Lisa slaat haar bezorgd gade. Wat gaat er door haar hoofd, en hoe groot is de kans dat ze een trauma zal ontwikkelen? Alle ingrediënten zijn daar wel voor aanwezig, maar als ze ervoor kan zorgen dat Kreuger vandaag vertrekt, blijft de schade hopelijk beperkt. Misschien zal Anouk dan alleen de eerste tijd bang voor vreemden zijn en het voorval langzaam maar zeker vergeten. Aan de andere kant, ze heeft moeten aanzien dat haar moeder tot bloedens toe werd geslagen, dat ze bedreigd werd met een mes, en ze zijn een nachtlang in een donkere kelder opgesloten.
Maar toch, het kan allemaal nog veel erger. Hoe kan ze haar kind beschermen tegen de verschrikkingen die ze vreest?
Door niet langer een afwachtende houding aan te nemen, realiseert ze zich. Ze moet het heft in handen nemen en Kreuger overtuigen dat hij beter weg kan gaan.
‘Mam?’ Het hoopvolle stemmetje van Anouk haalt Lisa uit haar sombere gedachten.
‘Ja?’
‘Wil jij alsjeblieft mijn barbies naar beneden halen?’
Het is een huiselijk tafereeltje: Anouk die in de woonkamer met haar barbiepoppen speelt, Kreuger verdiept in de krant en Lisa die de keuken opruimt. Als ze klaar is, gaat ze automatisch aan de gang met het espressoapparaat, en het aroma van gemalen bonen vult de keuken.
‘Ja, koffie!’ roept Kreuger vanuit de huiskamer.
Lisa gaat in de deuropening staan. ‘Drink je hem zwart?’ Kreuger knikt zonder op te kijken.
Of heb je er graag iets in? maakt Lisa haar vraag in gedachten
af. Rattengif, een overdosis slaapmiddelen, een mixje van restjes gevaarlijke medicijnen… Als laborante weet ze genoeg van gif af. Ze werkt voor een onderzoekslaboratorium dat analytische ondersteuning biedt aan bedrijven die cosmetica en medicijnen ontwikkelen. Het is haar taak om grondstoffen en eindproducten te analyseren voor ze vrijgegeven worden.
Je hoeft geen Russische spion te zijn om een dodelijke vergiftiging op te lopen. Medicijnen en cosmetica zitten er vol mee. De kreet ‘dermatologisch getest’ op verpakkingen en potjes betekent vaak niets. De woorden suggereren dat het om een veilig en huidvriendelijk product gaat dat zorgvuldig is getest, terwijl het onderzoek vaak niet meer behelst dan een werknemer die een likje crème op zijn huid smeert en afwacht of hij er uitslag van krijgt. De term ‘dermatologisch getest’ is niet beschermd, iedereen mag die aanbeveling op zijn product zetten. Dat een pot crème van een paar honderd euro ‘zuiverende plantenextracten’ bevat mag heel onschuldig klinken, het label waarschuwt niet dat de gebruikte rode algen giftig zijn.
Wat Lisa doet is gedegen onderzoek plegen, voorlichting geven aan de consument via publicaties en duidelijkheid scheppen in de scheikundige abracadabra van cosmeticafabrikanten.
Momenteel voert ze een kruistocht tegen fabrikanten van Botox in crèmes, die de consument geld uit de zak troggelen zonder dat het smeersel ook maar enig effect heeft op rimpels. Als crème werkelijk ingrijpend de structuur van je huid verandert, is het een medicijn, dat alleen op doktersvoorschrift verkrijgbaar mag zijn.
Peinzend kijkt Lisa voor zich uit. Gif is overal, wat je ook gebruikt of inneemt. Ongeveer negentig procent van de vergiftigingen gebeuren in en om het huis, dus hoe moeilijk kan het zijn om aan deze nachtmerrie een einde te maken? Een te rauw tartaartje of een stukje kipfilet dat de hele dag buiten de koelkast heeft gelegen kan al genoeg zijn. Het probleem met voedsel is dat je nooit zeker weet dat degene voor wie het gif bedoeld is het ook daadwerkelijk binnenkrijgt. Voor hetzelfde geld geeft Kreuger dat stuk kip aan haar. Of erger nog, aan Anouk.
Nee, dat risico kan ze niet nemen. Ze moet het slimmer aanpakken. Zou hij het proeven als ze iets in zijn koffie gooide? Ze heeft geen idee welke gifsoorten geen bijsmaak achterlaten. Rattengif is natuurlijk heel afdoend, maar dat heeft ze niet in huis. Wel een mierenlokdoosje, maar hoeveel heb je daarvan nodig om een volwassen man te vellen? En wat als hij zijn koffie meteen uitspuwt en begrijpt wat ze probeert te doen?
Met een zucht haalt ze twee koppen koffie uit het espressoapparaat en neemt ze mee naar binnen. Een wanhoopsactie kan altijd nog, ze probeert het eerst wel met een gesprek.
Terwijl ze de koffie voor Kreuger op tafel zet, probeert ze een glimp op te vangen van wat hij leest.
‘Is er nog nieuws?’ vraagt ze losjes.
‘Nee, niet echt.’