Dan staat ze op en inspecteert de kelder minutieus. Zoals ze wel had verwacht, is er niets dat als wapen kan dienen of waarmee ze op de een of andere manier alarm kan slaan. Er staat alleen een oude transistorradio van Menno.
Lisa steekt de stekker in het stopcontact, draait aan een knop en hoort tot haar verbazing geruis. Krijg nou wat, hij doet het!
Koortsachtig zoekt ze een nieuwszender voor de laatste berichten en valt midden in de reclames. Het duurt nog zeker een kwartier voor het nieuws van zes uur begint. Maar dan komt Kreuger ook meteen ter sprake.
Een apart team van het Korps Landelijke Politiediensten, het klpd, houdt zich fulltime bezig met de opsporing van de voortvluchtige tbs’er Mick Kreuger. Directe aanleiding van het inzetten van deze speciale eenheid is het gevaar dat de tbs’er vormt voor de samenleving. Kreuger doodde gisteren twee mensen op zijn vlucht en inmiddels is bekend dat hij eveneens verantwoordelijk is voor de dood van zijn vrouw en kinderen, en haar vriend, twee jaar geleden.
Met haar oor tegen de kleine transistorradio gedrukt zit Lisa op een krukje. Ze durft het apparaat niet harder te zetten uit angst dat Anouk wakker wordt of Kreuger haar hoort, maar ze wil ook geen woord missen.
Naar verluidt kon Kreuger niet verwerken dat hij werd gescheiden van zijn gezin en bracht hij eerst zijn vrouw en haar vriend, en daarna zijn beide kinderen met geweld om het leven.
De nieuwslezer praat zonder enige intonatie door, zo droog alsof hij de files van die ochtend meldt. Het krukje lijkt kleiner en kleiner te worden, tot Lisa er bijna af valt en steun moet zoeken bij het rek met planken.
Mijn god. Hij heeft echt zijn vrouw vermoord. En niet alleen haar, maar ook zijn bloedeigen kinderen. Met geweld. Wat moet ze zich daarbij voorstellen?
Er verschijnt een beeld voor haar ogen van twee grote handen die zich om een kinderkeeltje sluiten, en een huivering glijdt langs haar ruggengraat.
Wie doet zoiets? Wat knapt er dan in je hoofd dat je in staat stelt om het leven uit een weerloos kind te persen?
Achter haar mompelt Anouk in haar slaap en Lisa sluit haar ogen om niet meegesleurd te worden door een golf van wanhoop en machteloosheid.
16
Er is al een groot deel van de ochtend voorbij als de sleutel in het slot knarst en de kelderdeur openzwaait. Lisa en Anouk zitten naast elkaar tegen de muur geleund, met de dekbedden over zich heen getrokken.
Als een middeleeuwse vorst kijkt Kreuger op hen neer en maakt een hoofdbeweging naar de trap.
Moeizaam komt Lisa overeind en helpt Anouk opstaan. Het kind is stil en bleek, maar ze hoest niet meer. De penicillinekuur is goddank aangeslagen.
Misschien vertrekt Kreuger vandaag, denkt Lisa hoopvol. Hij kan hier toch niet eeuwig blijven? Ze kan voorstellen hem geld en kleding mee te geven. Desnoods zet ze hem in haar eigen auto over de grens. Wat hij maar wil.
Nieuwe hoop neemt bezit van haar en iets minder zwaarmoedig gestemd helpt ze Anouk de trap op. De televisie in de woonkamer staat aan, maar de gordijnen zijn nog dicht. Achter de lichte stof doet de zon een poging om binnen te dringen, maar belicht alleen de bende in huis. In de woonkamer slingeren bladen van de krant over de bank en de vloer, als een al te letterlijke opvatting van de term nieuws verspreiden.
De keuken is een troep, het aanrecht ligt vol verpakkingen en de vloer is bezaaid met kruimels, korstjes kaas en stukjes eierschaal. Zo’n beetje de hele inhoud van de koelkast is op het aanrecht uitgestald en er hangt een sterke lucht van gebakken eieren en koffie. Meneer voelt zich blijkbaar thuis. Opeens is Lisa iets minder overtuigd dat hij op korte termijn zal vertrekken, en de teleurstelling dient zich aan in de vorm van een bonzende pijn boven haar ogen.
Terwijl Kreuger fluitend door de woonkamer loopt, gaat ze bij het aanrecht staan en maakt ze ontbijt voor Anouk en haarzelf. Ze zet thee en schenkt een beker melk in voor Anouk, en zonder overleg gaan ze aan de kleine houten tafel in de keuken zitten, in plaats van aan de eettafel in de woonkamer.
‘Ik heb niet zoveel honger, mama,’ zegt Anouk zacht.
‘Ik ook niet.’ Met tegenzin kauwt Lisa op haar boterham met kaas. Het brood vormt een kleffe bal in haar mond die ze met een paar flinke slokken thee moet wegspoelen. ‘Probeer maar te eten wat je op kunt. Een paar hapjes is genoeg. Heb je wel zin in melk?’
Bij wijze van antwoord pakt Anouk haar glas met beide handen op en drinkt het helemaal leeg. Triomfantelijk kijkt ze haar moeder aan. Een witte rand siert haar mond. Lisa glimlacht goedkeurend.
Anouk buigt zich samenzweerderig naar haar toe en vraagt: ‘Blijven we vandaag hier zitten?’
Om de dooie dood niet, denkt Lisa. Dit is nog altijd míjn huis.
‘Nee,’ zegt ze. ‘Ik ga straks met die meneer praten. Misschien kunnen we hem ergens naartoe brengen.’
‘Waar dan?’