Hij had het niet meer gehad over het inhuren van een kindermeisje. Ze hadden niet meer besproken dat hij de volledige voogdij over Nathan zou overnemen. In plaats daarvan verkeerden ze gedrieën in een soort impasse. Vastgeklonken in een verlammende positie waarin ze niet vooruit of achteruit bewogen. Het was alsof ze gevangen waren in het heden, terwijl Tula en Simon probeerden te beslissen wat er mogelijk voor hen in het verschiet lag.
Ze hield niet van wachten. Ze was nooit een geduldig persoon geweest, gaf ze stilletjes toe. Maar ze probeerde te vechten tegen haar neiging om Simon vast te grijpen en hem net zo lang door elkaar te schudden tot hij zou toegeven dat hij van haar hield, zodat ze tijd had om hem te laten zien hoe goed ze bij elkaar pasten.
‘Misschien gaat dit lukken, Nathan,’ zei ze, terwijl ze zijn trui dichtritste voor hun wandeling naar de boekhandel. ‘Misschien worden we écht een gezinnetje.’
De jongen lachte bij het idee en klapte in zijn handjes alsof hij voor haar applaudisseerde.
‘Grote jongen.’ Ze kuste hem en zette hem in zijn wandelwagen. ‘Nou, Nathan, wat zeg je ervan als we eens naar die aardige mevrouw van de boekhandel gaan om over de signeersessie van dit weekend te praten?’
Al dagenlang leefde Simon in twee werelden.
In de ene ervoer hij een soort geluk dat hij nooit eerder had meegemaakt. In de andere hing er een donkere wolk van ellende boven zijn hoofd, die ervoor zorgde dat hij zich voelde alsof hij op het punt stond de grootste fout van zijn leven te maken.
Hij liep over het volle trottoir in hartje San Francisco en merkte de drukte om hem heen nauwelijks op. Hij staarde recht vooruit, en de uitdrukking op zijn gezicht was genoeg om ervoor te zorgen dat de andere voetgangers met een grote boog om hem heen liepen.
Er gingen zoveel gedachten door zijn hoofd dat hij ze niet allemaal kon verwerken. Dat was iets waar hij niet aan gewend was. Zijn concentratievermogen was bijna legendarisch. Maar zelfs het reilen en zeilen van de Bradley-warenhuisketen kon hem niet lang boeien. Die erkenning schokte hem tot op het bot. De Bradley-keten was altijd zijn middelpunt geweest. Het bedrijf uitbouwen totdat het de grootste van het land was.
Dat waren tastbare doelen.
De afgelopen tien jaar had hij zijn leven gewijd aan het realiseren van die dromen. Maar sinds kort waren dat niet meer zijn enige doelen.
Tula.
Alles kwam weer terug bij haar, dacht hij.
Simon wist dat hij hier niet mee door hoefde te gaan. Dat hij niet het exclusieve restaurant binnen hoefde te stappen om zogenaamd per ongeluk de man te ontmoeten die hij al jaren ten val wilde brengen. Om op de beslissing terug te komen die hij had genomen voordat Tula zo verdraaid belangrijk voor hem was geworden.
Tula.
Daar was ze weer. Pontificaal in zijn gedachten. Haar korte, zachte haar. Haar snelle grijns. Dat kuiltje in haar wang dat hem iedere keer weer liet smelten als hij het zag verschijnen. Ze was daar met haar verhaaltjes over eenzame kinderen die vriendjes werden met konijnen.
Ze was daar, Nathan wiegend midden in de nacht. Ze was in de keuken, tijdens het koken dansend op muziek uit de radio. Hij zag haar in haar kleine huisje in Crystal Bay. Zo klein, en toch zo vol leven. Vol liefde.
Tula was zijn leven binnen gewalst en had alles wat hij had gekend op zijn kop gezet.
Al dagenlang vormden hij, Tula en de jongen iets waarvan hij had gedacht dat hij het nooit zou hebben… een gezin. Lachend met de baby
’s avonds, Tula de hele nacht vasthoudend en dan elke ochtend wakker wordend met haar tegen zich aan gekruld. Het was genoeg om een man gek te maken.
Dit was niet hoe Simon zijn levensloop had gepland.
Zijn gedachten waren nog nooit uitgegaan naar baby’s, konijnen en gevatte vrouwen die hem kusten alsof hij het laatste restje zuurstof op aarde had. En nu kon hij zijn leven zonder hen niet meer voorstellen.
Buiten het restaurant stopte Simon, en hij overwoog de situatie.
Als Mick gelijk had en hij naar binnen zou gaan om de confrontatie met Jacob aan te gaan, zou dat alles kapotmaken wat hij met Tula zou kunnen hebben. Maar als hij níét naar binnen zou gaan en dat wat er tussen hem en Tula gebeurde op niets zou uitlopen, dan had hij deze ene kans laten lopen om Jacob terug te pakken.
Voor het eerst in zijn leven wist hij niet zeker welke stap hij moest zetten.
Voor de allereerste keer vroeg hij zich af of hij de belangen van iemand anders niet voor de zijne moest stellen.
‘Neem verdorie een beslissing,’ mopperde hij.
Toen zag hij Jacob Hawthorne.
Alles in Simons binnenste bevroor. De oude man zat aan het hoofd van een groep zakenlui aan zijn tafel; de oude dief hield duidelijk hof. En wie wist wat hij van plan was? Welk bedrijf hij probeerde te vernietigen?
Gedachten aan Tula welden in Simons gedachten op alsof hij onbewust vocht met wat hij zag. Hem eraan herinnerde wat hij zou kunnen hebben. Wat hij zou kunnen verliezen.