Ze zag er verscheurd uit, en hij was gedwongen om toe te geven dat hij zich ook zo voelde. Grappig, dit gesprek over het inhuren van een kindermeisje had niets te maken met zijn plan. Het had alleen een redelijke manier geleken om de communicatielijnen met Tula weer te herstellen. Buiten dat was iemand om voor Nathan te zorgen, in ieder geval theoretisch, plausibel genoeg.
In de praktijk echter voelde het op de een of andere manier niet goed.
Hij keek naar zijn zoon, die was onschuldig, hulpeloos en overgeleverd aan degene die zijn vader inhuurde om voor hem te zorgen.
Ogenblikkelijk flitsten er half vergeten nieuwsreportages door zijn hoofd, verhalen over kindermeisjes, babysitters en peuterjuffen, allemaal mensen die verondersteld werden toegewijde verzorgers te zijn. En hoe de kinderen die aan hen waren toevertrouwd de prijs hadden betaald voor hun nalatigheid of nonchalance.
Fronsend vertelde Simon zichzelf dat deze situatie anders zou zijn. Hij zou het kindermeisje dat hij aannam volledig laten natrekken. Hij zou niet zomaar iedereen vertrouwen als het op zijn zoons veiligheid aankwam.
Maar de frons op zijn gezicht verdiepte zich toen hij besefte dat de enige persoon die hij echt vertrouwde met Nathans welzijn, de vrouw naast hem was. De vrouw van wie hij al wist dat ze een leugenaarster was. Ze had hem de waarheid niet verteld over zichzelf, dus waarom zou hij haar vertrouwen?
Maar dat deed hij. Intuïtief wist hij dat hij zijn zoon aan Tula kon toevertrouwen. Maar ze was ook de vrouw die hen binnenkort ging verlaten.
De vrouw die hij wilde gebruiken voor zijn eigen zoete wraak.
Tula bedankte de vrouw voor haar komst, sloot de deur en leunde er met haar rug tegenaan. Een verslagen zucht ontsnapte haar.
Dit was het derde mogelijke kindermeisje geweest met wie ze had gesproken in de afgelopen twee dagen, en ze had geen van allen gemogen.
‘Wat was er niet goed aan deze?’
Geschrokken keek ze op naar Simon, die tegen de trap stond aangeleund. Zijn ogen stonden geamuseerd, en het leek alsof hij probeerde een glimlach te verbergen.
‘Wat doe jij hier?’ Hij had de verontrustende gewoonte om iemand te besluipen. En zijn nieuwe gewoonte, om de routine waaraan hij zo gehecht was geweest toen ze net in de stad was opzij te gooien, was minstens net zo storend. Hij was iets van plan, begreep ze. Ze wist alleen niet wat, waardoor ze nog meer op haar hoede was.
Hij gooide zijn colbertje over de trapleuning en maakte zijn roodzijden stropdas losser. ‘Ik woon hier, zoals ik je al eerder duidelijk heb gemaakt.’
‘Ja, maar het is midden op de dag. Op een werkdag. Ben je ziek?’
Hij grinnikte. ‘Nee, ik ben niet ziek. Ik ben alleen vroeg van mijn werk vertrokken. Niets bijzonders. Nou, wat was er mis met de vrouw die je net wegstuurde?’
Nog steeds achterdochtig vroeg ze: ‘Zag je het knotje niet dat ze droeg?’
‘Knotje?’
Ze zag de verwarring op zijn gezicht en legde uit: ‘Haar haar. Het was strakgetrokken in een stijve, kleine knot op haar achterhoofd.’
‘Nou en? Met een slecht kapsel kun je geen goede kinderjuffrouw zijn?’
Het klonk raar zoals hij het zei, maar Tula ging op haar intuïtie af.
Nathan was veel te belangrijk om risico’s te nemen met zijn veiligheid en geluk. Ze zou de juiste kinderjuf voor hem vinden, en anders zou ze gewoon niet weggaan.
Tenzij, dacht ze, dat precies was wat ze onbewust hoopte. Dat ze kon blijven. Dat zij degene kon zijn die Nathan opvoedde en van hem hield.
Een zorg voor later, veronderstelde ze.
‘Het haar van die vrouw zat zo strak dat haar oogleden naar achteren werden getrokken. Iedereen die zo stijf is, zou niet de zorg over een kind moeten hebben.’
‘Aha,’ zei hij alsof hij het begreep, maar ze wist dat hij dat niet deed.
Hij deed neerbuigend.
‘Dus degene die gistermiddag met haar lange haar los en krullend –’
Ze keek hem boos aan. ‘Te zorgeloos. Als ze er niet om geeft hoe haar haar eruitziet, zal ze ook niet genoeg om Nathan geven.’
‘En de eerste?’
‘Ze had gemene ogen,’ zei Tula. Ze wist gewoon dat dat het soort vrouw was die kinderen in donkere kasten opsloot of zonder avondeten naar bed stuurde. Ze zou Nathan nooit achterlaten bij een vrouw met koude ogen.
Simons wenkbrauw ging weer omhoog. Ze was nu zover dat ze zijn stemming kon peilen door de stand van zijn wenkbrauw. Op dit moment, mopperde ze in zichzelf, amuseerde hij zich kostelijk.
Misschien had hij wel gelijk. Tula wist dat wat ze deed niet eerlijk was tegenover de vrouwen die langs waren geweest, op zoek naar een baan.
Behalve degene met de gemene ogen, leken ze aardig genoeg. En zeker gekwalificeerd. Het bureau dat Simon had ingeschakeld, was het beste in de stad op dat gebied.
Maar hoe kon men van haar verwachten dat ze Nathan, van wie ze hield, zou overhandigen aan een vreemde?