Dat was meer dan genoeg.
Terwijl Mick praatte en advies gaf waar hij niet naar luisterde, probeerde Simon de situatie objectief te bekijken. Het was duidelijk dat hij zich aangetrokken voelde tot Tula. De hartstocht die zij in hem wist op te wekken, leek in niets op wat hij eerder had gevoeld. Maar nu wist hij wie ze was en hij kon zich er niet toe aanzetten om een Hawthorne te vertrouwen. Dus waar stond hij dan?
‘Wat ben je van plan?’
Hij keek Mick aan. ‘Waar heb je het over?’
‘Ik heb die blik eerder gezien,’ antwoordde zijn vriend. ‘Meestal vlak voordat je de een of andere grote overname beraamt van een nietsvermoedende directeur.’
Simon lachte en vatte het opzettelijk fout op. ‘Geen enkele directeur is ooit nietsvermoedend.’
‘Verdorie, Simon, wat ben je van plan?’
‘Hoe minder je weet, hoe beter het is voor je,’ zei hij, omdat hij wist dat zijn vriend zou proberen om hem van het plan af te laten zien dat zich snel in zijn hoofd vormde.
‘Je bedoelt dat je dan minder naar mijn bezwaren hoeft te luisteren.’
‘Dat ook.’
Mick sloeg hard op de armleuning. ‘Je bent gek, weet je dat? Wat dan nog dat ze een Hawthorne is? Haar vader is een gevaarlijke gek. Ze heeft niets met hem te maken.’
‘Dat maakt niets uit.’
‘Verdorie, Simon,’ ging Mick door. ‘Ze heeft jaren geleden met hem gebroken. Ze gebruikt zelfs haar echte naam niet.’
‘Ze blijft zijn dochter,’ hield Simon vol. ‘Snap je het niet? De dochter van de man die heeft geprobeerd mijn familie te gronde te richten, bepaalt wanneer ik de voogdij over mijn eigen zoon krijg. Hoe moet ik in hemelsnaam daarmee omgaan, Mick? Wat als ze het nooit zal goedvinden dat ik de voogdij over Nathan krijg?’
‘Denk je echt dat ze dat zou doen?’
‘Ze is een Hawthorne.’ Wat hem betrof, verklaarde dat alles. God, hij was een idioot. Hij begon Tula te vertrouwen. Had iets voor haar gevoeld. Meer dan hij ooit eerder had gedaan voor iemand anders. En nu kwam hij hier achter. Wie weet had Jacob Hawthorne het testament van Nathans moeder gemaakt. Misschien zaten hij en zijn dochter hier samen achter. Zweerden ze samen en hielden ze zijn zoon voor zijn ogen om hem daarna weer af te pakken.
Hij sprong op alsof de gedachte dat hij nog langer stil moest zitten zijn dood zou worden. Zijn rug naar zijn vriend kerend staarde hij uit het raam naar het uitzicht op San Francisco dat Tula zo had bewonderd, de eerste dag dat hij haar had ontmoet.
Maar in plaats van de torenflats en de glinsterende baai achter de stad, zag hij háár.
Haar ogen, haar lach. Dat verrekte kuiltje in haar wang. Hij hoorde haar zuchten, voelde de golven van bevrediging door haar heen gaan, terwijl ze elkaar beminden.
Er was een nacht voorbijgegaan sinds ze samen waren geweest, en hij voelde nu alweer een knagend verlangen naar haar. Had ze dat ook gepland? Had ze hem opzettelijk verleid, zodat ze hem later kon verpulveren en zich samen met haar vader kon verkneukelen?
Zijn maag kromp ineen, en een koude laag legde zich om zijn hart. Het vage plan dat zich in zijn hoofd aan het vormen was, ging er met de minuut beter uitzien.
‘Als je dit verprutst, kun je je zoon op het spel zetten,’ herinnerde Mick hem.
‘Nee,’ zei Simon. ‘Snap je het niet? Een Hawthorne bepaalt of ik wel of niet geschikt ben om voor mijn zoon te zorgen. Slechter kan toch niet?’
‘Laat me het voor je uittekenen,’ mompelde Mick somber.
‘Je zult het zien,’ vertelde Simon hem, die steeds warmer liep voor het plan. ‘Ik ga Tula verleiden…’ weer, voegde hij er in gedachten aan toe
‘…net zolang totdat ze niet meer helder kan denken. Tegen de tijd dat ik klaar ben, zal ze me steunen bij het verkrijgen van de voogdij over Nathan. En daarna ga ik naar haar vader toe en vertel hem dat ik met zijn dochter heb geslapen. Als dat die man geen beroerte bezorgt, zal niets dat doen.’
‘Wat zal het met haar doen?’ vroeg Mick rustig.
Heel even dacht Simon daarover na. Bedacht hoe het zou zijn als ze erachter kwam dat hij haar had gebruikt. Maar hij liet die gedachte gauw los toen hij zich herinnerde dat ze een Hawthorne was, en dat de familie gewend was om te misbruiken en gebruikt te worden.
‘Dat maakt niet uit,’ bracht hij uit.
‘Wat jij zegt.’ Mick stond op en schudde zijn hoofd. ‘Voordat ik naar huis ga, geef ik je nog één raad.’
‘Dat ga ik niet leuk vinden, neem ik aan?’
Mick haalde zijn schouders op. ‘Wie houdt er nu wel van ongevraagd advies?’
‘Daar heb je een punt. Oké, voor de dag ermee.’
‘Doe het niet.’
‘Wat niet?’
‘Wat het ook is dat je van plan bent.’ Mick keek zijn vriend strak aan en zei ernstig: ‘Laat het gaan.’