Dat ze nu weer in San Francisco was, herinnerde haar aan die lange, eenzame weekenden met haar vader. Niet dat Jacob Hawthorne slecht was, hij was gewoon niet geïnteresseerd in een dochter omdat hij een zoon had willen hebben. En het feit dat zij ook niets om zaken gaf, was een ander punt in haar nadeel.
Grappig, dacht Tula, ze had zich al lang geleden neergelegd bij de gevoelens van spijt dat haar relatie met haar vader was doodgebloed.
Maar blijkbaar was er toch een sprankje in haar binnenste dat wenste dat de dingen anders waren gelopen.
‘Maar het is wel goed, hoor,’ zei ze hardop tegen de baby, die niet luisterde en het al helemaal niets kon schelen. ‘Het gaat prima met me hier, nietwaar Nathan? En jij vindt me aardig, hè?’
Als hij had kunnen praten, zou hij het met haar eens zijn geweest, daarvan was ze overtuigd.
Ze zuchtte en duwde de wandelwagen over de stoep. Nathan was zo dik ingepakt dat het leek alsof ze op een poolexpeditie waren, maar de wind vanaf de baai was koud, en donkere wolken beloofden regen.
Zij en de jongen waren al dagen in het huis en het werd steeds moeilijker om daar te zijn zonder dat haar gedachten werden vervuld van Simon. Ze wist natuurlijk dat het zinloos was. Ze hadden niets gemeenschappelijks, behalve die overslaande vonk die hen bijna had samengesmolten tijdens die verbazingwekkende zoen.
Maar ze kon niet helpen waar haar gedachten heen dwaalden. En de laatste tijd gleden die steeds vaker naar zeer ongepaste situaties met Simon. Dat was precies de reden dat ze Nathan had meegenomen voor een wandeling. Ze moest haar hoofd helder zien te krijgen. Ze moest weer aan het boek gaan werken dat aan het eind van de maand klaar moest zijn. Het was al lastig genoeg om tijd vrij te maken voor de illustraties en het verhaal, terwijl hij sliep. Maar het was bijna onmogelijk zichzelf te dwingen om aan de capriolen van Lonely Bunny te werken, terwijl ze dagdroomde over Simon.
Iedere keer als Tula een zware werkdag had, ging ze wandelen, gewoon om de frisse lucht te voelen, mensen te zien en te luisteren naar de wereld buiten haar eigen hoofd. Ideeën ontsproten niet aan een luie geest. Ze moesten aangemoedigd worden, op gang gebracht. En meestal hield dat in dat ze de wereld in moest.
In feite was een van haar meest populaire boeken ontstaan in de groentewinkel. Er werd een pallet met groenten bezorgd, en ze had onmiddellijk die magische klik in haar hoofd gevoeld die haar vertelde dat er een idee werd geboren: Lonely Bunny gaat naar de markt.
‘Dus snap je, Nathan, eigenlijk zijn we aan het werk!’ Ze grinnikte een beetje en ging sneller lopen.
Er waren zoveel mensen die zich over de trottoirs repten. Tula voelde zich verloren. Maar dat was al zo sinds ze in Simons huis was getrokken. Ze had al drie dagen geen woord geschreven en niets getekend. Dat kon zo niet langer; ze moest haar deadline halen.
Simon nam zoveel van haar gedachten in beslag dat ze bang was dat ze nergens anders meer aan kon denken.
Het enige lichtpuntje was dat ze wist dat Simon zich net zo gefrustreerd voelde als zij. Dat hij haar net zo graag wilde als zij hem. En ze genoot van het gevoel van vrouwelijke macht dat haar vervulde sinds hij haar bijna de badkamer uit had gesmeten. Hij had zichzelf niet vertrouwd in haar nabijheid.
Wat gewoon heerlijk was, dacht ze. Natuurlijk zou het gekkenwerk zijn om zich over te geven aan wat het dan ook was dat er tussen hen broeide. Ze moest tenslotte aan Nathan en de eventuele gevolgen denken.
En met zijn vader slapen kon geen goed idee zijn. Vooral omdat het aan haar was om te beslissen wanneer Simon klaar was voor de voogdij.
Ze bleef stokstijf staan.
Had hij haar daarom gezoend?
Probeerde hij haar te verleiden om hem Nathan te geven?
‘Dat is een vreselijke gedachte,’ zei ze hardop.
‘Pardon?’
‘Hm?’ Tula keek naar de oudere vrouw die was gestopt om haar aan te kijken. ‘O, sorry, ik praatte in mezelf.’
‘Juist.’ De vrouw liep snel verder.
Tula lachte een beetje, stapte toen voor de wandelwagen om naar Nathan te kijken. ‘Nou lieverd, ik denk dat die aardige dame dacht dat ik gek was.’
Hij schopte met zijn beentjes, zwaaide met zijn armpjes en lachte naar haar. De enige goedkeuring die ze nodig had, bedacht ze.
Er waren winkels, kleine boetiekjes, koffiehuizen en zelfs een gezellig Italiaans restaurant met tafeltjes buiten op de stoep gegroepeerd.
Maar wat haar blik trok, was de boekhandel.
‘Laten we gaan kijken, Nathan.’
Ze stapte naar binnen en genoot van de sfeer. Een hele winkel alleen voor boeken en de mensen die daar van hielden. Was er iets mooiers?
Door de kinderafdeling lopend glimlachte ze naar de ouders die hun kinderen een plezier deden en op de helder gekleurde kleden zaten om boeken uit te zoeken.
Haar hart zwol van trots toen ze een klein meisje zag lezen in een van de Lonely Bunny- avonturen.