Anna had gelijk. Tula was aan haar vaders benauwde wereld ontsnapt, en aan zijn plannen voor háár leven. Ze was haar eigen weg gegaan. Ze had een huis waar ze van hield en werk waar ze dol op was. En nu had ze een zeer klein, kwijlend, bijna kaal, maar buitengewoon aantrekkelijk exemplaar van het mannelijk geslacht waar ze waanzinnig verliefd op was en waar ze voor zorgde.
Ze had er geen idee van wat ze moest doen als ze afscheid moest nemen van het kind. Maar dat moment was nu nog weken, misschien zelfs maanden, weg.
Als ze al ooit een man had gezien die geen vader wilde zijn, was dat Simon Bradley wel.
Gelijk zag ze hem in gedachten weer voor zich, en bijna zuchtte ze. Hij was echt veel te knap voor haar gemoedsrust. Maar verleidelijk of niet, hij was net zo stijf en streng als haar eigen vader, en van dat soort mannen had ze meer dan genoeg. Dit ging trouwens niet eens over prikkelende, seksuele aantrekkingskracht, dit ging over Nathans welzijn.
Dus Tula zou haar eigen zorgen opzij zetten, net zoals de tintelende gevoelens die ze had voor zijn vader, en zich in plaats daarvan concentreren op de zorg voor Nathan.
Dit kon ze aan. Om zich wat beter te voelen over het verhuizen, sloeg ze in gedachten het toontje aan dat ze normaal voor haar boeken gebruikte. Lonely Bunny gaat naar de stad. Ze lachte om zichzelf en besefte toen dat het geen slecht idee was voor haar volgende boek.
‘Je hebt helemaal gelijk,’ zei ze toen. ‘Mijn vader kan me niet meer commanderen. Bovendien is hij niet geïnteresseerd in wat ik doe.’
De waarheid stak een beetje, zoals altijd. Omdat ze, tegen beter weten in, wenste dat haar vader anders was.
‘Ik ga me geen zorgen maken over het feit dat ik mijn vader tegen het lijf kan lopen,’ zei ze. ‘Ik bedoel, hoe groot is die kans nu eenmaal?’
‘Goed zo!’ riep Anna uit met een goedkeurende grijns. ‘Zeg, zou je mij die kwast aan willen geven die er als een waaier uitziet? Ik moet de golven een zijdeachtige aanblik geven.’
‘Natuurlijk.’ Tula stond op, keek tussen Anna’s spullen en vond de brede waaiervormige kwast van wit sabelhaar. Ze overhandigde hem en keek hoe haar vriendin vakkundig de witte verf aanbracht op de azuurblauwe oceaan, waardoor ze zulk levensecht schuim creëerde dat Tula half verwachtte het geluid van de golven te horen.
Anna Cameron Hale was de beste vakvrouw die er was.
‘Je bent verbazingwekkend, dat weet je toch?’ zei Tula.
‘Dank je.’ Anna keek niet om, maar ging verder met schilderen. ‘Zeg, als je helemaal in Simons huis bent geïnstalleerd, zou ik langs kunnen komen om een wandschildering in de babykamer te maken.’
‘O, wat een geweldig idee.’
‘En,’ Anna draaide haar hoofd om Tula aan te kijken en zei verlegen:
‘Het zou een goede oefening zijn voor de kinderkamer die Sam en ik aan het maken zijn.’
Er ging een seconde voorbij. Toen twee. ‘Je bent –’
‘Ja.’
‘Hoelang?’
‘Bijna drie maanden.’
‘Mijn hemel, dat is reusachtig!’ Tula viel op haar knieën en omhelsde Anna stevig, liet haar toen los. ‘Je krijgt een baby! Hoe vindt Sam het?’
‘Alsof hij de eerste man is die met zijn sperma een eitje heeft bevrucht!’ Anna lachte weer, en de glans in haar ogen liet zien hoe blij ze was. ‘Hij is echt opgewonden. Hij heeft Garret in Zwitserland gebeld om hem te vertellen dat hij oom gaat worden.’
‘Raar, gezien het feit dat je heel even wat met Garret hebt gehad.’
‘Jakkes.’ Anna vertrok haar gezicht en schudde haar hoofd. ‘Aan dat deel denk ik liever niet,’ zei ze, weer lachend. ‘Trouwens, drie afspraakjes met Garret of levenslang met zijn broer, dat is niet te vergelijken.’
Tula had haar vriendin nog nooit zo gelukkig gezien. Zo tevreden.
Alsof alles in haar leven was zoals het moest zijn. Eén verschrikkelijk moment was ze jaloers op dat geluk. Op de zekerheid in Anna’s leven.
Op de liefde waar Sam haar mee omringde. Toen zette ze vastberaden de kleinzielige steek van jaloezie opzij en concentreerde zich op het belangrijkste. Anna steunen, zoals zij er altijd was geweest voor haar.
‘Ik ben echt blij voor je, Anna.’
‘Dank je, lieverd. Ik weet dat je dat bent.’ Ze wierp een blik op de kleine jongen die hen beiden met een geïnteresseerde blik bekeek. ‘En geloof me, ik ben blij dat je zoveel ervaring opdoet, tante Tula. Ik heb geen flauw idee hoe je voor een baby moet zorgen.’
‘Het is heel gemakkelijk,’ zei Tula, de blik van haar vriendin volgend, en ze lachte naar de baby die zo snel de spil van haar wereld was geworden. ‘Je hoeft alleen maar van ze te houden.’
Haar hart draaide zich om in haar borst. Twee weken was ze nu surrogaatmoeder, en ze kon zich een tijd zonder Nathan nauwelijks herinneren. Wat had ze in vredesnaam met haarzelf gedaan voordat ze die kleine jongen had om te knuffelen en voor te zorgen? Hoe was ze de dag doorgekomen zonder de geur van babyshampoo en de zachte warmte van een lijfje om vast te houden?