‘En die Tula? Hoe is ze?’
Hoe moest hij Tula beschrijven, dacht hij, een slok van het ijskoude water nemend. Hemel, waar moest hij beginnen? ‘Ze is… apart.’
Mick lachte. ‘Wat bedoel je daarmee?’
‘Goede vraag,’ mompelde Simon. Zijn vingers speelden met de wikkel van het waterflesje. ‘Ze is heel beschermend ten opzichte van Nathan.
En ze is net zo irritant als ze knap is.’
‘Interessant.’
Simon keek hem aan. ‘Begin daar maar niet over. Ik ben niet geïnteresseerd.’
‘Je zei net dat ze knap was.’
‘Dat betekent niets,’ hield hij vol. ‘Niet mijn type.’
‘Mooi. Jouw type is saai.’
‘Wat?’
Mick leunde met zijn onderarmen op de picknicktafel. ‘Simon, je gaat telkens met dezelfde vrouw uit.’
‘Waar heb je het over?’
‘Het maakt niet uit hoe ze eruitzien, innerlijk zijn ze allemaal hetzelfde – allemaal koel, stil en beschaafd.’
Nu lachte Simon. ‘En wat is daar mis mee?’
‘Een beetje variatie zou je geen kwaad doen.’
Variatie. Hij had geen behoefte aan variatie. Zijn leven was prima zoals het was. Als er zo nu en dan een beeld van Tula’s blauwe ogen en het kuiltje in haar wang door hem heen flitste, dan was dat zijn eigen zaak.
Hij had zelf van dichtbij gezien wat er gebeurde als een man zijn tijd verspilde met het zoeken naar afwisseling en vermaak. En hij was niet van plan om dat patroon te herhalen.
‘Wat ik alleen maar wil zeggen, is –’
‘Ik wil het niet horen,’ vertelde Simon zijn vriend voordat deze door kon gaan. ‘Trouwens, wat weet jij nou van vrouwen? Je bent getrouwd!’
Mick snoof. ‘De laatste keer dat ik keek, was mijn knappe echtgenote een vrouw.’
‘Katie is anders.’
‘Anders dan die arrogante ijskoninginnen waar je gewoonlijk mee uitgaat, bedoel je.’
‘Hoe kwam het gesprek eigenlijk op mijn liefdesleven?’
‘Geen flauw idee,’ zei Mick lachend. ‘Ik wilde alleen maar weten wat je dwarszat, en dat weet ik nu. Er is een nieuwe vrouw in je leven én je bent vader.’
‘Waarschijnlijk,’ verbeterde Simon.
Zich uitrekkend gaf Mick Simon een klap op zijn schouder.
‘Gefeliciteerd, maat.’
Simon lachte, nam nog een slokje water en liet de nieuwe werkelijkheid nog eens goed tot zich doordringen.
En wat betreft Tula Barrons in zijn leven, dat was tijdelijk. Vreemd genoeg leek die gedachte niet zo aantrekkelijk als zou moeten.
‘Ik weet niet wat ik met hem moet doen,’ zei Tula, een slokje van haar koffie verkeerd nemend.
‘Wat kun je doen?’ vroeg Anna Hale.
Tula keek naar de baby in zijn wandelwagentje en lachte toen hij met zijn speelgoedkonijn op het plankje sloeg. ‘Hé, is het wel goed voor hem om hier te zijn, terwijl jij aan het schilderen bent? Ik bedoel, die dampen…’
‘Het is in orde. Dit is alleen maar het fijne werk,’ antwoordde Anna geruststellend en lachte toen. ‘Kijk nou eens naar je. Je bent zo moederlijk.’
‘Ik weet het,’ zei Tula met een grijns. ‘En ik vind het echt heerlijk. Ik had dat niet gedacht, weet je. Ik bedoel, ik ging er wel vanuit dat ik op een dag kinderen zou hebben, maar ik had er geen flauw idee van wat het allemaal zou inhouden. Het is vermoeiend. En geweldig. En…’ Ze stopte en fronste bedachtzaam. ‘Ik moet naar de stad verhuizen.’
‘Het is niet voor altijd,’ vertelde Anna haar. Ze hield even op met het aanbrengen van een fijne laag lichtgele verf, die zich vermengde met de lichtblauwe onderlaag en zo een lucht vol zon voorstelde.
‘Ja, ik weet het.’ Tula ging bij Anna in kleermakerszit op de vloer zitten. ‘Maar je weet hoe verschrikkelijk ik het idee vind om terug te gaan naar San Francisco.’
‘Ja,’ zei Anna, terwijl ze een lok van haar wang veegde en daar een gele vlek achterliet. ‘Maar je hoeft niet per se je vader te zien. Het is een grote stad.’
Tula gaf haar een halfslachtige grijns. ‘Niet groot genoeg. De invloed van Jacob Hawthorne is groot.’
‘Maar jij staat niet meer onder zijn invloed, weet je nog wel?’ Anna rekte zich om Tula’s hand te pakken en kromp ineen toen ze de gele verf zag die ze op haar huid smeerde. ‘Oeps, sorry. Tula, je bent van hem en dat leven weggegaan. Je bent hem niets verschuldigd, en hij heeft niet meer de macht om je ellendig te doen voelen. Je bent nu een beroemd schrijfster!’
Tula lachte, genietend van het idee. Ze was beroemd bij de kleuters. Of in ieder geval, haar Lonely Bunny was een ster. Zij was alleen maar de schrijfster die zijn verhalen vertelde en zijn tekeningen maakte. Maar o, wat hield ze ervan om naar boekhandels te gaan en daar signeersessies te doen. Om haar boeken voor te lezen aan de kinderen die om haar heen zaten en naar haar luisterden.