‘Het is ongelooflijk –’
De woorden bleven komen en tuimelden achter elkaar uit zijn mond, terwijl hij zijn best deed haar te overtuigen en vocht om haar duidelijk te maken hoe hun levens eruit zouden kunnen zien als ze alleen maar het risico nam met hem te trouwen.
‘Als ze eenmaal naar school gaan, kunnen we het verblijf op het schip beperken tot de zomers. Ik kan het bedrijf van hieruit leiden en ik heb Teresa ook nog. Ik zal haar promotie geven. Ze kan aan boord alles regelen en via de fax contact met me onderhouden.’
‘Maar Nick –’
‘En ik wil graag meer kinderen,’ zei hij. Tot zijn genoegen sloot ze abrupt haar mond. ‘Ik wil er vanaf het eerste moment bij zijn. Ik wil ons kind in jou zien groeien. Ik wil erbij zijn als hij – of zij – geboren wordt en voor het eerst inademt. Ik wil het allemaal meemaken, Jenna. Ik wil bij jou zijn. En ik wil bij hén zijn,’ zei hij, terwijl hij naar de tweeling keek die hij dicht tegen zich aan hield.
De jongens begonnen onrustig te worden en hij wist precies hoe ze zich voelden. Nicks wereld balanceerde op het scherp van de snede en hij vermoedde dat er nog maar één ding was wat hij kon zeggen. ‘Ik sta niet toe dat je nee zegt, Jenna. We horen bij elkaar, jij en ik. Ik weet dat je van me houdt. En verdraaid, ik hou ook van jou. Als je me niet gelooft, vind ik wel een manier om je te overtuigen. Maar je komt niet bij me weg. Niet opnieuw. Ik weiger zonder jou verder te gaan, Jenna. Dat kan ik niet. Ik wil niet terug naar dat lege leven.’
Het enige geluid wat hoorbaar was, was het snuivende geluid van de tweeling en het gebulder van de zee, die achter hen tegen de kliffen sloeg. Nick had het gevoel dat hij een eeuwigheid wachtte, terwijl hij in haar ogen keek.
Uiteindelijk glimlachte ze, stapte naar hem toe en sloeg haar beide armen om hem en hun zoons heen. ‘Je bent echt een idioot als je denkt dat ik jou ooit weer bij me weg laat gaan.’
Nick lachte hartelijk. Hij had het gevoel dat er een ton aan angst en zorgen van zijn schouders viel. ‘Je trouwt met me.’
‘Ja.’
‘En je krijgt meer baby’s.’
‘Ja.’ Glimlachend keek ze naar hem op. Haar ogen straalden van geluk. Nick vond de aanblik adembenemend. ‘Wel twaalf als je wilt.’
‘En je vaart de wereld met me rond,’ zei hij, terwijl hij zijn hoofd boog om haar te kussen.
‘Altijd,’ zei ze, nog steeds glimlachend. Nog steeds straalde ze met een innerlijk licht dat Nick verwarmde. ‘Ik hou van je, Nick. Dat heb ik altijd gedaan. We zullen hier gelukkig zijn; in dit geweldige huis.’
‘Ja, dat zullen we,’ verzekerde hij haar, terwijl hij haar nog eens kuste.
‘Maar jíj gaat ervoor zorgen dat de puppy zindelijk wordt,’ zei ze plagend.
‘Voor jou doe ik alles, liefste,’ fluisterde Nick, die voor het eerst in zijn leven het gevoel had dat zijn hart compleet was.
* * *