Maar waarom zou hij dat doen? Die gedachte bleef door haar hoofd spelen en kon ze niet van zich af zetten. Was dit allemaal om haar te straffen? Was het niets anders dan machtsvertoon? Maar waarom zou hij zoveel moeite doen?
Hoofdschuddend wikkelde ze de voltooide mand in krimpfolie, pakte haar föhn, schakelde die in en richtte de warme lucht op de doorzichtige verpakking. Terwijl ze het materiaal glad trok, begon de geschenkmand de juiste vorm aan te nemen. Ondanks al haar zorgen glimlachte ze.
Toen ze klaar was, liet ze de mand op haar werktafel staan. Morgenochtend zou ze er een grote rode strik op bevestigen en de mand inpakken zodat hij kon worden afgeleverd. Op dit moment was ze moe, had ze honger en was ze er heel nieuwsgierig naar hoe het Nick en de jongens verging.
Door de tussendeur glipte ze de keuken in. Ontzet bleef ze even staan en keek het kleine en gewoonlijk keurig opgeruimde vertrek rond. De rode muren en witte kasten waren ongeveer alles wat ze herkende. Er lag gemorste melkpoeder op de tafel, her en der lagen flessen die niet waren omgespoeld en er lag een hele berg smerige keukendoekjes die Nick klaarblijkelijk had gebruikt om rommel mee weg te vegen.
Hoofdschuddend liep ze de huiskamer in. Ze was bang voor wat ze daar zou aantreffen. Het was muisstil in huis. Geen televisie. Geen huilende baby’s… Niets.
Met een bezorgde frons op haar voorhoofd liep ze verder de kamer in. Daar zag ze nog meer lege flesjes van de baby’s en een gescheurde doos met luiers lag open op een tafel naast de opengescheurde verpakking met babydoekjes. Daarna liep ze om de bank heen en bleef abrupt staan. Nick lag languit te slapen op het gehaakte kleed dat haar oma had gemaakt en aan weerskanten van hem lag een slapende baby.
‘O, mijn god.’ Gebiologeerd bleef ze staan kijken naar Nick en hun zoons die samen sliepen. Een lamp verlichtte hen, ook al viel het zonlicht door het raam naar binnen. De regelmatige ademhaling van Nick en de tweeling was het enige geluid in de kamer en Jenna grifte dit beeld in haar geheugen, zodat ze het zich de komende jaren ieder moment weer voor de geest zou kunnen halen.
Het tafereeltje zag er zo lief, zo juist uit. Nick en zijn zoons. Eindelijk samen.
Ze voelde een pijnlijke steek in haar hart van liefde voor alle drie. O, ze zat zo diep in de problemen. Het was niet slim om van Nick te houden. Ze wist dat er geen toekomst voor hen mogelijk was. Het enige wat hij wilde, was een rol spelen in het leven van haar zoons. Dat betekende niet dat hij een hechte band wilde met hun moeder. Dus wat moest ze nu doen? Hoe kon ze van Nick houden, terwijl ze wist dat het niet tot iets goeds kon leiden? En hoe kon ze haar zoons behouden, terwijl ze diep in haar hart wist dat ze hun vader even hard nodig hadden als Nick hen?
‘Waarom moet jij uitgerekend degene zijn die mijn hart raakt?’ fluisterde ze, neerkijkend op de man die haar leven was binnen gedrongen en die haar wereld had veranderd.
En terwijl ze naar hem keek, deed Nick zijn ogen langzaam open en keek haar recht aan. ‘Doe ik dat?’ vroeg hij zacht.
Omdat ze was betrapt, had het geen zin om datgene wat ze zo-even hardop had bekend, te ontkennen. Ze liet zich op haar knieën vallen. ‘Dat weet je best.’
Voorzichtig, zodat hij de tweeling niet wakker maakte, ging Nick rechtop zitten. Hij kromp even ineen toen hij voelde hoe stijf zijn rug was. Maar zijn ogen bleven die van Jenna vasthouden en ze wenste dat ze in zijn ogen kon lezen wat hij dacht; wat hij voelde.
Maar zoals altijd bleven de gedachten van Nick verborgen. Hij had zijn gevoelens zo volledig in de hand dat ze er geen idee van had wat er achter die lichtblauwe ogen schuilging.
‘Waarom verliet je het schip dan zo snel?’ vroeg Nick zacht.
‘Dat weet je heel goed.’ Alleen al de herinnering aan de naakte roodharige vrouw was voldoende om haar rug te rechten.
‘Ik kende haar niet eens!’ hield hij haar voor. Het klonk enigszins verdedigend.
‘Dat maakt niets uit,’ zei ze. Snel sprak ze zachter toen Jacob onrustig bewoog. Het was niet haar bedoeling geweest hem wakker te maken. Ze had dit gesprek helemaal niet willen voeren. Maar aangezien het was gebeurd, had het geen zin te proberen het nu te ontlopen. ‘Begrijp je het dan niet, Nick? Die roodharige vrouw was een schitterend voorbeeld van hoe verschillend we zijn. Door haar drong het tot me door dat ik me absoluut niet thuisvoelde op het schip. Bij jou.’
Hij streelde haar wang met zijn vingertoppen en streek haar haar achter haar rechteroor. Jenna huiverde zodra hij haar aanraakte, maar ze ademde diep in en kreeg zichzelf weer in de hand. Verlangen was niet genoeg. Een eenzijdige liefde was niet genoeg. Ze had meer nodig. Ze verdiende ook meer.
‘Ik hoor niet thuis in het soort leven dat jij leidt, Nick. En dat geldt ook voor de jongens.’