Dit was wat Jenna het belangrijkst vond in haar leven: routine. Haar kinderen. Haar kleine maar gezellige huis. Een wereld die dan misschien niet gevuld was met heel veel opwinding, maar wel met heel veel liefde. En als haar hart een beetje pijn deed omdat Nick niet hier was en omdat hij nooit zou weten hoe het zou zijn om een rol te spelen in de levens van zijn zoons, tja, dan zou ze er waarschijnlijk wel overheen komen. Na verloop van tijd. Dat zou hooguit twintig tot dertig jaar duren.
Toen er gebeld werd, keek ze fronsend op. Daarna keek ze naar de tweeling. ‘Verwachten jullie bezoek?’
Natuurlijk kreeg ze geen antwoord, dus krabbelde ze grinnikend overeind en liep om hen heen naar de voordeur. Snel keek ze even over haar schouder om te controleren of haar huiskamer netjes genoeg was.
De bank was oud maar zat prettig, de twee fauteuils waren bekleed met gebloemde stof en er lagen felgekleurde kussens in de hoeken. De tafels waren klein en het tapijt op de beschadigde maar glanzende parketvloer was gemaakt door haar oma. Haar huis was precies zoals ze het prettig vond: gezellig. Mensen voelden zich er welkom.
Ze glimlachte nog steeds toen ze de voordeur open deed en Nick daar zag staan. Zijn donkere haar was in de war geblazen door de wind, zijn spijkerbroek was veel gedragen en vaal geworden, en het witte overhemd met lange mouwen dat hij in die broek had gestopt, had een open boord. Hij zag er veel te goed uit. Daarom keek ze even naar de zwarte SUV die hij voor haar huis had geparkeerd. Dat verklaarde hóé hij hier was gekomen. Nu zou ze er alleen nog achter moeten zien te komen waaróm hij hier was.
Ze keek weer naar zijn gezicht en zag dat hij zijn zonnebril afzette en haar aankeek. ‘Goedemorgen, Jenna.’
Goedemorgen? ‘Wat?’
‘Ook fijn jou weer te zien,’ zei hij. Hij knikte naar haar en stapte langs haar haar huis in.
‘Hé! Je kunt niet zomaar –’ Haar blik gleed over zijn lichaam en bleef rusten op de tas die hij in zijn hand had. ‘Wat doe je hier? Waarom ben je hier? Hoe heb je me gevonden?’
Hij stopte net over de drempel van de huiskamer, zette zijn tas op de grond en schoof zijn handen in de achterzakken van zijn spijkerbroek. ‘Ik ben gekomen om mijn zoons te zien,’ zei hij gespannen. ‘En geloof me, het was niet moeilijk jou te vinden.’
‘Nick…’
‘En ik heb dit voor je meegenomen.’ Hij haalde een dicht geplakte envelop uit zijn achterzak en gaf die aan haar. ‘Die is van je vriendin, Mary Curran. Ze was erg van streek toen ze ontdekte dat jij het schip had verlaten.’
Jenna kromp ineen. Ze had er zelfs niet aan gedacht afscheid te nemen van haar nieuwe vriendin en daar voelde ze zich schuldig over.
‘Ze zei dat ze je haar telefoonnummer en e-mailadres had gegeven.’ Hij keek haar strak aan. ‘Ze wil graag contact met je houden.’
‘Ik, eh, dank je.’ Ze pakte de envelop aan.
Hij keek haar kil aan. Zijn lichtblauwe ogen waren ijzig en zijn kaak was zo gespannen dat het een wonder was dat hij zijn tanden niet verpulverde. ‘Waar zijn ze?’ wilde hij weten.
Abrupt deed ze haar mond dicht, maar ze keek wel even naar de jongens, die in hun stoeltjes zaten. Nick volgde haar blik en draaide zich langzaam om. Ze zag de uitdrukking op zijn gezicht veranderen van koel en ongeïnteresseerd in onzeker. Jenna kon zich niet herinneren dat ze Nick Falco ooit met minder dan absoluut zelfvertrouwen had gezien.
Toch leek de ontmoeting met zijn kinderen het eerste te zijn dat hem uit zijn evenwicht bracht.
Langzaam liep hij naar de tweeling toe. Jenna keek met ingehouden adem toe toen hij voorzichtig op zijn knieën voor de stoeltjes van de kinderen ging zitten en zijn blik van het ene jongetje naar het andere liet glijden. Er lag een wirwar van emoties in zijn ogen, waarvan ze niet had gedacht dat ze die ooit zou zien. Gewoonlijk hield hij zijn ware gevoelens zorgvuldig verborgen. Maar nu… Jenna’s hart stak een beetje bij het zien van Nicks reactie op de baby’s.
‘Wie is wie?’ fluisterde hij, alsof hij zijn eigen stem niet helemaal vertrouwde.
‘Eh –’ Ze liep dichter naar hem toe. Haar sportschoenen kraakten een beetje toen ze van het tapijt op het parket stapte.
‘Nee wacht,’ zei hij, zonder naar haar te kijken. ‘Laat me raden.’ Aarzelend strekte Nick een hand uit en legde die teder om het gezichtje van Jacob. ‘Dit is Jake. Klopt dat?’
‘Ja,’ zei ze, terwijl ze naast hem bleef staan en naar de gezichtjes van haar zoons keek die allebei gefascineerd naar Nick keken. Zoals altijd grijnsde Jacob en hield Cooper zijn hoofd een beetje schuin alsof hij de situatie echt eerst nog een poosje moest bestuderen voordat hij besloot hoe hij erover dacht.
‘Dus dan ben jij Cooper,’ zei Nick, die met zijn vrije hand de wang van die baby streelde.