‘Teresa –’ Hij wilde hier niet over praten en het interesseerde hem eigenlijk niet wat zijn assistente van Jenna vond. Maar hij kende Teresa en wist dat er geen manier was om haar tegen te houden. Even later bewees ze dat hij gelijk had.
‘…praat ik verder, en zelfs als je me ontslaat omdat ik mijn mond heb open gedaan, ga ik alles zeggen, ongeacht wat jij ervan vindt.’
‘Prima. Zeg het maar.’
‘Ik heb niets gezegd toen je haar ontsloeg, weet je nog? Tot op zekere hoogte was ik het zelfs met jou eens. Het is waar dat Jenna je had moeten vertellen dat ze voor je werkte, maar vanuit haar standpunt bekeken kan ik heel goed begrijpen waarom ze dat niet heeft gedaan.’
‘Dat is geweldig. Dank je.’
Ze negeerde zijn opmerking en sprak verder. ‘Ik heb zelfs niets gezegd toen je je na haar vertrek zo ellendig voelde dat ik het gevoel had dat ik voor een panter werkte, die met één poot klem zat in een val.’
‘Hé –’
‘Maar ik zeg het nu,’ zei ze, en ze zwaaide zelfs vermanend met een vinger naar hem, alsof hij tien jaar oud was en zich had misdragen. ‘Je kunt me ervoor ontslaan als je wilt, maar je krijgt nooit meer een assistente die zo goed is als ik en dat weet je…’
Nick klemde zijn tanden op elkaar, omdat hij wist dat ze gelijk had, knikte en beval: ‘Voor de draad ermee dan maar.’
‘Jenna is niet het type dat liegt.’
Hij lachte schamper.
‘Goed, goed. Ze heeft je niet verteld dat ze een werkneemster was. Maar dat was maar één vergissing. Vergeet niet dat ik haar in die tijd ook kende, Nick. Ze is een aardige meid met een hart van goud.’
Hij schuifelde een beetje omdat hij niet wilde dat ze gelijk zou hebben. Het was veel makkelijker als hij Jenna kon zien als een leugenaar en een manipulatief persoon. Met dat soort vrouwen kon hij omgaan. Een aardige vrouw? Wat moest hij daar in vredesnaam mee beginnen?
‘En ik heb de foto’s van je zoons gezien,’ voegde Teresa er met nadruk aan toe.
‘Het is nog niet bevestigd dat ze dat zijn,’ zei hij snel.
‘Ze lijken sprekend op je.’
‘Alle baby’s lijken sprekend op Winston Churchill,’ wierp Nick tegen, ondanks het feit dat hij heel goed wist dat ze gelijk had.
‘O ja?’ Glimlachend schudde ze haar hoofd. ‘Ik kan je garanderen dat Winston er nooit zo goed heeft uitgezien. Ze hebben jouw ogen, jouw haar, jouw kuiltjes in hun wangen.’ Teresa zweeg even en legde een hand op zijn onderarm. ‘Ze liegt niet tegen je, Nick. Je bent vader. En je zult een manier moeten bedenken om daarmee om te gaan.’
Hij draaide zijn gezicht naar de zee en liet de wind over zijn gezicht strijken. Gewoonlijk werkte de uitgestrektheid van het water kalmerend op zijn ziel, maar nu niet. En misschien zou dat nooit meer het geval zijn.
Want als hij vader was… dan zou het contact met die kinderen niet beperkt blijven tot het maandelijks schrijven van een cheque. Hij weigerde zijn kinderen te laten opgroeien zonder dat ze hem kenden. Ongeacht of Jenna wilde dat hij in hun buurt kwam of niet, zou hij niet wegblijven. Hij zou een onderdeel van hun leven worden, zelfs als dat betekende dat hij hen bij hun moeder moest weghalen.
Het schip voelde verlaten aan. Het grootste deel van de passagiers was nog aan wal Acapulco aan het verkennen en Jenna slenterde over het dek van het uitgestorven schip.
Die avond was ze weer in de suite van Nick en was ze gespannen. Ze had gedoucht, een eenvoudige, blauwe zomerjurk aangetrokken en ze vocht tegen haar nervositeit, terwijl ze wachtte tot Nick naar de suite zou terugkeren voor het diner.
Het was vreemd. De laatste dagen had ze bijna ieder moment dat ze wakker was met hem doorgebracht en had ze de spanning voelen toenemen. Ze had zichzelf ervan overtuigd dat ze behoefte had aan tijd voor zichzelf. Ze moest even weg bij Nick en zich ontspannen.
Vandaag had ze die tijd echter gehad en de spanning was alleen maar toegenomen.
‘O, je bent er slecht aan toe, Jenna,’ fluisterde ze, terwijl ze naar het balkon liep. Als ze met hem samen was, was ze hypernerveus en als ze niet bij hem was, miste ze hem.
Haar haar wapperde in de wind en de zoom van haar jurk danste om haar knieën. Haar open schoentjes klikten zacht toen ze over het balkon liep. Ze sloeg haar armen om zich heen, meer om zichzelf te troosten dan omdat ze het koud had.
Van het dek beneden hoorde ze zacht de muziek uit de danszaal. De klaaglijke melodie drong door tot in haar ziel en daardoor ging ze zich melancholiek voelen. Veronderstel dat het een grote fout was geweest om deze reis te maken? Veronderstel dat het niet juist was geweest om Nick te vertellen over hun zoons? Veronderstel… Ze stopte haar gedachten en hield zichzelf voor dat het nu te laat was om zich daar zorgen over te maken. Gedane zaken namen geen keer. Wat er ging gebeuren, zou gebeuren; daar kon ze niets aan veranderen.