‘Goed zo,’ zei ze bits, en ze stond op.
Nadat ze hem met haar mooie donkere ogen nog eens kwaad had aangekeken, zag hij haar naar de deur lopen. Eigenlijk wilde hij haar nog niet laten gaan. Hij wilde met haar blijven praten om haar beter te leren kennen. Maar zijn gezond verstand zei hem dat hij niet te snel van stapel moest lopen. In ieder geval moest ze nog een keer terugkomen om het nieuwe contract te tekenen.
Hij glimlachte bij het vooruitzicht dat hij haar binnenkort zou terugzien. Misschien bij hem thuis, waar ze langer konden praten en elkaar beter konden leren kennen. En zondag zou ze de zijne zijn!
Het was kort dag en er moest veel worden geregeld. Hij liep naar de deur om afscheid te nemen. ‘Tot gauw, Dione. Ik bel je zodra het contract klaar is. Waar kan ik je bereiken?’
Woest keek ze hem aan. ‘Geen idee.’
‘Geef me je mobiele nummer maar.’ Tot zijn verrassing schreef ze het zonder tegenwerpingen op. Hij stopte het notitieblaadje in zijn zak en stak haar zijn hand toe, maar die negeerde ze. Ze draaide zich om en haastte zich zijn kantoor uit alsof de duivel haar op de hielen zat.
Theo glimlachte in zichzelf. Aan vrouwelijk gezelschap ontbrak het hem zelden, maar geen enkele vrouw sprak hem zo aan als Dione Keristari. Ze was in zijn leven verschenen nadat haar veeleisende vader haar had gedwongen om contact met hem te zoeken. Toch had hij het gevoel dat ze ondanks haar vijandige houding en overduidelijke angst in wezen slechts een mooie vrouw was die naar liefde hunkerde.
Dione liep ontdaan het kantoorgebouw uit. Theo verlangde precies datgene wat ze had gevreesd: dat ze in alle opzichten zijn vrouw werd! Gelukkig had ze hem dat idee uit zijn hoofd kunnen praten, hoewel ze er niet helemaal gerust op was dat hij zich aan zijn woord zou houden.
Omdat ze nog niet naar het ziekenhuis terug wilde keren, besloot ze het dorpje in te gaan. Daar ging ze op een terrasje zitten, en ze bestelde koffie.
Ze kon nauwelijks geloven dat Theo Tsardikos serieus verwachtte dat ze in alle opzichten zijn vrouw werd zodra zijn ring aan haar vinger zat. Had hij echt geen besef wat het voor haar moest betekenen om zich door een volslagen vreemde te laten beminnen? Daar kon ze zich niet eens een voorstelling van maken.
Als hij zich niet aan de afspraak hield, dan zou ze gewoon uit het huwelijk stappen. En als Tsardikos zijn geld terug wilde hebben, dan moest haar vader maar iemand anders zoeken om hem uit de nesten te helpen. Heel eenvoudig.
Althans, dat hield ze zichzelf voor. In werkelijkheid lag de zaak ingewikkelder. Ze kon haar vader niet in de steek laten. Ze snoof. Ze had zichzelf al in de steek gelaten door met dit huwelijk in te stemmen. Maar als Theo het contract liet opmaken volgens haar verzoek, dan kon er niets verkeerd gaan. Hij zou haar vast niet dwingen om iets tegen haar zin te doen.
Ze wist niet hoelang ze al koffie zat te drinken. Enkele bekenden bleven staan om een praatje met haar te maken, maar verder zat ze in haar eentje te peinzen over de grote stap die ze ging nemen.
Vanzelfsprekend moest ze haar moeder bellen. En Chris, hoewel ze daar erg tegen opzag. Misschien na de bruiloft, als alles achter de rug was. Was dat erg gemeen van haar? Maar hoe kon ze het hun vertellen nu ze zich zo kwetsbaar voelde?
Ze was in het nauw gedreven door twee manipulerende mannen. Een jaar duurde lang als je ongelukkig was. Dat kwam neer op een gevangenisstraf.
Urenlang zat ze te piekeren tot Spiros, de eigenaar, kwam vragen of alles in orde was.
‘Je zit hier al zo lang, Dione. Je ziet er bezorgd uit.’
Ze glimlachte zwakjes. ‘Mijn vader is ziek. Ik maak me zorgen om hem.’ Was het maar zo eenvoudig…
‘Wat naar voor je. Doe hem maar de groeten van me. Ik hoop dat hij gauw beter is.’
‘Dat hoop ik ook, Spiros.’
Het telefoontje kwam eerder dan ze had verwacht. Haar hart sloeg over toen ze Theo’s stem hoorde.
‘Het is zover, Dione. Ik kom je ophalen. Waar ben je?’
‘Nee! Dat is niet nodig. Ik kom wel naar je kantoor.’
‘Ik ben thuis.’
De moed zonk haar in de schoenen. ‘W-Wil je dat ik naar je huis toe kom?’ Dat zou vreselijk zijn.
‘Ik dacht dat je je daar meer op je gemak zou voelen.’
‘Dan heb je het mis. Als vrouw van een arrogante vent zoals jij, kan ik me nooit op mijn gemak voelen,’ flapte ze eruit.
Theo schoot in de lach. ‘Wat een charmante opmerking.’ Toen klonk zijn stem bars. ‘Ik vraag het nog één keer: waar ben je?’
Tot het geld veilig op haar vaders rekening stond, kon ze Theo beter niet tegen zich innemen. ‘Ik zit op het terras van Spiros’ café. Ken je dat?’
‘Nee.’
Dat verbaasde haar niet. Het was niet zijn soort café. ‘Geef me je adres maar, dan kom ik wel naar jou toe.’