‘Wat een rare manier van doen,’ zei ze peinzend. ‘Eerst trouwen en dan pas verliefd worden. Stel dat we niet verliefd waren geworden en dat er geen kindje was geweest? Denk je dat we er dan een punt achter hadden kunnen zetten?’
‘Daar zullen we nooit achter komen,’ antwoordde Theo.
Dione wist het echter al. Ze had het op dat moment niet beseft, en het drong pas nu tot haar door, maar ook zij was meteen verliefd geworden op Theo. Ze had als voorwendsel gebruikt dat ze omwille van haar vader met hem was getrouwd, maar vanbinnen moest iets haar hebben verteld dat hij voor haar bestemd was.
Ze glimlachte. ‘Nee, daar zullen we nooit achter komen.’
Hoofdstuk 16
‘Wát zei je, mam?’
Sinds Yannis’ dood had Dione haar moeder elke week gebeld, maar ze had geen flauw vermoeden dat er iets was veranderd in Jeannies leven.
‘Ik zei dat ik weer ga trouwen.’
Dione bedekte de hoorn met haar hand en draaide zich naar Theo, die hun baby in zijn armen had. ‘Mijn moeder gaat hertrouwen.’
Grijnzend stak hij zijn duim omhoog. Zo tevreden als sinds de geboorte van hun kindje had Dione hem nog nooit meegemaakt. Hij was dol op hun zoon en was niet bang om dat te laten blijken.
‘Ik wist niet eens dat je een vriend had, mam. Dat heb je me nooit verteld.’
‘Dat durfde ik niet, voor het geval het weer uit zou gaan. Maar ik denk dat ik eindelijk het spookbeeld van je vader van me heb afgeschud. Nu ben ik eraan toe om weer te gaan leven.’
‘Goed zo,’ zei Dione enthousiast. ‘Wanneer krijg ik de gelukkige te zien?’
‘Ik dacht dat we met Pasen misschien konden overkomen. Als jullie dat tenminste goedvinden.’
‘Natuurlijk vinden we dat goed,’ riep Dione uit. ‘O, mam, ik ben zo blij voor je.’
Er was een tijd geweest dat haar moeder voor geen goud naar Griekenland had willen gaan, maar de laatste maanden was ze regelmatig overgekomen.
Ook Phrosini was weer opgeleefd. Ze had de leiding van Yannis’ restaurant op zich genomen, en nu zag de toekomst van het bedrijf er eindelijk rooskleurig uit.
‘Is hij niet de mooiste baby die je ooit hebt gezien?’ vroeg Dione, nadat ze had opgehangen. Ze zat op de leuning van Theo’s stoel en keek liefdevol naar haar zoon. Leander leek sprekend op zijn vader.
‘Uiteraard,’ beaamde Theo. ‘Een kind van jou móét bijna wel mooi zijn.’
De afgelopen maanden had hij zich ontpopt als een liefhebbende aanstaande vader, die Dione als een prinses in de watten legde en op allerlei manieren liet blijken hoeveel hij van haar hield. Hij leek zich te hebben verzoend met het verlies van Nikos en maakte plannen voor de toekomst van hun zoon en van de kinderen die nog geboren moesten worden. Het was duidelijk dat Dione haar handen vol zou hebben aan de opvoeding van alle baby’s die Theo zich had voorgesteld.
Dat zou geen al te zware opgave zijn, want zeer tegen Diones zin had hij intussen een kindermeisje aangenomen. Hij was bereid om desnoods een heel legertje helpers in dienst te nemen om de taken voor zijn prinses te verlichten.
‘Je verspilt je geld, Theo,’ protesteerde ze keer op keer, maar hij ging er niet op in. Hij glimlachte alleen maar en ging gewoon zijn gang.
Toen Leander zeven maanden was, ontdekte Dione dat ze opnieuw in verwachting was.
‘We moeten hier echt mee ophouden,’ zei ze een paar nachten later tegen Theo, toen ze uitgeput in elkaars armen lagen.
‘Vind je het niet leuk om baby’s te maken?’ vroeg hij met een grijns, terwijl hij een lok van haar klamme voorhoofd streek.
Ze grinnikte. ‘Het is de leukste vorm van vrijetijdsbesteding die ik kan bedenken.’
‘Dan moeten we er maar mee doorgaan totdat we er te oud voor zijn.’
Dione slaakte een overdreven zucht. ‘Ik ben bang dat we er nooit te oud voor zullen zijn en dat we er voor de rest van ons leven mee opgescheept zitten, liefste.’
Hij glimlachte. ‘Dat moet dan maar.’