Dat was het enige waar hij zich druk om maakte: haar toestand. ‘Ik voel me prima,’ viel ze hem in de rede. ‘Ik kan wel tegen een stootje, Theo.’ Toen hing ze op.
Vrijwel meteen wenste ze dat ze dat niet had gedaan. Ze had bezorgdheid in zijn stem gehoord. Hij had haar kunnen troosten, als ze hem de kans gaf. Ze verborg haar gezicht in haar handen. Wat was er toch met haar? Waarom deed ze zo vervelend?
Theo beweerde dat het aan haar hormonen lag. Misschien had hij gelijk. Of misschien kwam het doordat ze verliefd op hem was en dat niet durfde te laten merken.
‘Mam! Wat kom jij hier doen?’ Het was de ochtend van de uitvaart, en zojuist had een taxi Jeannie afgezet bij het huis van Diones vader. Het was een verrassend zelfverzekerde Jeannie, met een ander kapsel en nieuwe kleren.
‘Ik dacht dat je me misschien nodig had, schat. Zou Phrosini het erg vinden?’
‘Natuurlijk niet,’ antwoordde Dione meteen, ofschoon ze dat niet zeker wist. Phrosini had Jeannie nog nooit ontmoet en Dione wist niet zeker hoe ze zou reageren. Sinds de dood van haar man was Phrosini ontroostbaar geweest, en Dione had alles voor de uitvaart moeten regelen. Phrosini zat de hele tijd op haar kamer met de gordijnen dicht te treuren om haar geliefde Yannis. ‘Ik zal zeggen dat je er bent.’
Phrosini sloot Jeannie onmiddellijk in haar armen, en de vrouwen moesten allebei huilen.
‘Waar is Theo?’ vroeg Jeannie ten slotte.
‘Nog in Canada,’ antwoordde Dione verdrietig. ‘Hij zou proberen te komen, maar –’
‘En nu is hij er,’ zei een diepe stem achter haar.
Vliegensvlug draaide Dione zich om. Daar stond Theo, gekleed in een zwart pak. ‘Theo! Je had niet gezegd dat je vandaag zou komen.’
Dat was een nuchtere constatering, maar ondanks de begrafenis die kort daarna zou plaatsvinden, merkte ze dat haar lichaam vurig op Theo’s aanwezigheid reageerde. Dat hoorde eigenlijk niet op zo’n sombere dag, of op welke dag dan ook…
‘Je dacht toch niet dat ik weg zou blijven?’ vroeg Theo zodra ze alleen waren. ‘Ook al was Keristari niet mijn grote vriend, hij was je vader. En dat respecteer ik. Ik ben hier voor jou, Dione. Het zal niet gemakkelijk zijn geweest om de begrafenis te regelen. Als ik eerder had kunnen vertrekken, zou ik dat hebben gedaan, maar –’
‘Ik heb jou niet nodig,’ zei Dione koel. ‘Mijn moeder is er voor me.’
‘Is ze niet voor Yannis gekomen?’
‘Wat denk je, na de manier waarop hij haar altijd heeft behandeld? Mijn moeder is de laatste tijd enorm veranderd. Ze heeft de reis in haar eentje gemaakt en dat vind ik geweldig van haar.’
Theo had een knoop in zijn maag van ellende. Toen Dione aanvankelijk jaloers had gereageerd op Belinda was hij blij geweest, maar nu ze hem nog steeds niet aardig leek te vinden, wist hij niet wat hij ervan moest denken.
Door de dood van Yannis was alles veranderd. In feite had ze nu geen reden meer om bij hem te blijven. Daar was ze waarschijnlijk zelf ook al achter. Maar als hij eerlijk was, wilde hij haar niet laten gaan. Ze verwachtte zijn kind! En hoewel hij bang was om nog een kind op de wereld te zetten, veranderde dat niets aan zijn gevoelens voor Dione.
Tot zijn verbazing was hij van Dione gaan houden. Soms maakte ze hem razend, maar in veel andere opzichten had ze zijn leven verrijkt. In Canada had hij alles op een rijtje kunnen zetten. Nu hij terug was en merkte dat Dione nog steeds niets van hem moest hebben, leek het echter alsof iemand op zijn hart had getrapt.
Na de uitvaart, toen alleen Phrosini, Jeannie en Dione er nog waren, nam hij Dione apart en vroeg wat ze van plan was. ‘Ga je met me mee naar huis?’ vroeg hij voorzichtig.
Dione dacht even na en schudde toen haar hoofd. ‘Phrosini heeft me nog nodig.’
Hij begon zijn geduld te verliezen. ‘Phrosini heeft nu je moeder bij zich.’ Hij hoopte dat zijn ongeduld niet in zijn stem doorklonk. Dit was geen moment om ruzie te maken. ‘Ze gaat morgen pas weg, dat heb ik haar gevraagd. Ze voelen zich duidelijk met elkaar verwant. Ik heb zo’n idee dat Jeannie misschien wel langer zal blijven.’
‘Weet je dat ze voor het eerst in Griekenland is?’ vroeg Dione.
Theo knikte. ‘Dat heeft ze me verteld. Ik kan me voorstellen dat ze zich opgelucht voelt. Daar bedoel ik niets negatiefs mee, Dione,’ voegde hij er snel aan toe toen hij zag de ze haar lippen op elkaar klemde. ‘Yannis was tenslotte wel haar vijand.’
‘Ja,’ beaamde Dione aarzelend. ‘En ik ben blij dat ze hier is.’
‘Dus ga je met mij mee naar huis?’
‘Ik weet het nog niet, Theo.’
Nu sprong hij uit zijn vel. ‘Je gaat met me mee, of je wilt of niet.’ Hij had geen hoge toon willen aanslaan, maar ze maakte hem razend. De hele tijd dat hij in Canada was, had hij naar haar verlangd. Ze had geen idee hoe eenzaam hij zich had gevoeld in zijn hotelkamer.