‘Onzin, kind. Daar zijn ze niet goed genoeg voor. Ik geloof dat het tijd wordt om te gaan eten. Laten we maar naar binnen gaan.’
Het was een uitgebreide maaltijd met allerlei heerlijke gerechten. Na het toetje stelde Theo’s vader voor om de koffie buiten te laten serveren. Hij was dol op zijn tuin en hij was het gelukkigst als hij erin kon werken of erover kon praten.
Toen Dione achter hem aan wilde gaan, legde Helena haar hand op haar arm en hield haar tegen totdat de mannen buiten gehoorsafstand waren. ‘Ik wil je toch iets vragen, kind. Waarom heb je me niet verteld dat je zwanger bent?’
Hoofdstuk 13
Diones hart bonsde in haar keel. Hoe wist Helena van de baby? Had Theo het toch aan haar verteld?
‘Schrik maar niet. Theo heeft niets gezegd,’ verzekerde haar schoonmoeder haar bij het zien van haar ontzette gezicht. ‘Maar een vrouw merkt zulke dingen. Jullie zouden gelukkig moeten zijn, maar dat is Theo niet, hè?’
Fronsend vroeg Dione zich af hoe zijn moeder het had geraden. Zou ze op de hoogte zijn van de omstandigheden waaronder ze waren getrouwd? Opeens voelde ze haar wangen branden. Alleen als Theo het haar had verteld…
‘Ik heb gelijk, hè?’ zei Helena. ‘Hij voelt zich ongelukkig. En ik zal je vertellen waarom. Het komt door de kleine Nikos. Mijn zoon praat weinig met me, en daarover al helemaal niet. Dat vind ik jammer. Zijn hart brak toen Nikos stierf.’ Plotseling sloeg ze haar hand voor haar mond. ‘Dat wist je toch wel?’
‘Ja, Theo heeft het me verteld,’ antwoordde Dione.
Helena keek opgelucht. ‘Hij zou het me nooit vergeven als ik mijn mond voorbijpraatte. Hij verafgoodde zijn zoon. Ik dacht echt dat hij geen kinderen meer zou krijgen.’ Ze hief haar handen en schudde ze vertwijfeld in de lucht. ‘Maar ik denk dat het kind dat je verwacht juist goed voor hem zal zijn. Je moet alleen wel geduld hebben, Dione, als hij er in het begin niet blij mee lijkt te zijn.’
Ze moest de ware reden voor Theo’s ongenoegen eens weten, dacht Dione, maar ze glimlachte flauw. ‘Ik denk dat je gelijk hebt.’
‘Ik ben blij dat we erover hebben gesproken,’ zei Helena. ‘Voorlopig is het ons geheimpje, totdat Theo het me zelf wil vertellen.’
Toen ze zich bij de mannen voegden, keek Theo Dione vragend aan, maar ze glimlachte en begon te praten alsof er niets aan de hand was. Even later verscheen Theo’s zuster Alexandra. Haar moeder nam het haar kwalijk dat ze niet had gezegd dat ze zou komen. ‘Dan had je kunnen mee-eten.’
Alexandra haalde haar schouders op. ‘Ik wist niet dat jullie een dinertje hadden.’
Kort daarna deelde Theo mee dat ze moesten opstappen.
‘Je bent hier altijd welkom, Dione,’ zei zijn moeder, en ze omhelsde haar hartelijk. ‘Je hoeft niet te wachten totdat Theo je meeneemt.’
Onderweg vroeg Theo wat zijn moeder na het eten te vertellen had. ‘Ik zag dat ze je aanklampte.’
‘Niets bijzonders,’ zei Dione, die Helena’s vertrouwen niet wilde schenden.
‘Ik wil het weten,’ reageerde hij fel. ‘Ik wil geen geheimen tussen ons.’
Dione zuchtte, want ze wist dat hij haar niet met rust zou laten tot ze het hem had verteld. ‘Nou, goed dan, maar je mag niet zeggen dat je het weet. Ze heeft het geraden, van de baby.’
‘Wat?’ Vol ongeloof keek hij haar aan. ‘Hoe kan dat?’
Ze haalde haar schouders op. ‘Vrouwelijke intuïtie, neem ik aan.’
Theo vloekte.
‘Zo erg is het toch niet? Zodra mijn buikje te zien is, weet iedereen het.’
‘Ik wilde zelf bepalen wanneer ik het haar ging vertellen,’ antwoordde hij. ‘En dat was niet nu.’
Dione begreep niet waarom hij met het nieuws wilde wachten, maar aan zijn gezicht zag ze dat ze het beter niet kon vragen.
Het hing van zijn stemming af of ze in haar eigen bed sliep of bij Theo. Toen ze die avond thuiskwamen, ging ze meteen naar haar eigen kamer. Het was haar een raadsel waarom hij zo van streek was over het feit dat zijn moeder van de baby wist. Hij had dit kind weliswaar niet gewild, maar daar was nu niets meer aan te doen, dus waarom wilde hij het geheimhouden?
Toen ze zondagochtend wakker werd, vertelde de huishoudster dat Theo al heel vroeg naar kantoor was vertrokken.
Dione had van Theo’s moeder gehoord dat hij dat wel vaker deed sinds zijn scheiding. En nu was hij kennelijk weer ongelukkig en wilde hij zich weer in zijn werk begraven. Zou dat het zijn? Alsof het haar schuld was dat zijn moeder erachter was gekomen. Hij zou kwaad moeten zijn op zijn moeder, niet op háár.
In de loop van de ochtend voelde Dione zich iets beter en begon ze zich nijdig te maken over hem. In een opwelling vroeg ze zijn chauffeur om haar naar zijn kantoor te rijden. Vanaf het begin had Theo ervoor gezorgd dat ze altijd een auto en een chauffeur tot haar beschikking had. Het feit dat ze zelf een auto had, leek hem niets uit te maken.