‘Hij rékent erop?’ herhaalde Theo verbijsterd. ‘Hij kan me niet uitstaan. Waarom zou hij mij om geld vragen? Tenzij hij alles al geprobeerd heeft.’
‘Dat weet ik niet.’ Dione kon haar ogen niet afhouden van deze knappe man met zijn donkere haar dat eruitzag alsof hij er telkens met zijn vingers doorheen streek. ‘Ik heb het gisteren pas gehoord. Ik was in Engeland om mijn moeder te bezoeken.’
‘Dus Phrosini is niet je echte moeder?’
Dione schudde haar hoofd. Zag hij er maar niet zo aantrekkelijk uit. Keek hij haar maar niet aan alsof hij met haar naar bed wilde.
‘Dat verklaart waarom je niet op je ouders lijkt.’
‘Dat heeft niets te maken met de reden waarom ik hier ben!’ Ze was niet gekomen om haar afkomst te bespreken.
Toen hij lachte, zagen zijn parelwitte tanden er indrukwekkend uit. Net een wolf die op het punt stond zijn prooi te bespringen. Dit was een man die ze goed in de gaten moest houden. Hij zat er ontspannen bij in zijn stoel, maar zijn verstand was vlijmscherp.
‘Je vader gebruikt je, weet je dat?’ merkte hij op. ‘Zoals hij iedereen voor zijn karretje spant. Het beste wat je kunt doen, Dione – mag ik Dione zeggen? – is teruggaan en zeggen dat het antwoord nee is.’
Ze hapte naar adem. Wat een harteloze bruut. ‘Je hebt niet eens gevraagd hoeveel hij nodig heeft,’ zei ze bits.
‘Dat doet er niet toe. Ik zou je vader nog geen euro lenen, laat staan duizenden, want het zal wel om een bedrag in die orde van grootte gaan. Wat is er gebeurd?’
Dione haalde haar schouders op. ‘Ik weet alleen dat hij bijna failliet is.’
‘Slecht management,’ zei Theo onverschillig.
‘Is dat je antwoord?’ vroeg ze teleurgesteld.
Er speelde een glimlach om Theo’s lippen, en in zijn ogen blonk een eigenaardig lichtje. ‘Misschien is er nog een andere oplossing.’
Haar hart maakte een sprongetje.
‘Ik zou het bedrijf van je vader kunnen redden op één voorwaarde.’
‘En die is?’ vroeg ze gretig.
Een tijd lang bleef het stil, terwijl hij zijn blik zo onbeschaamd langs haar lichaam liet glijden, dat ze zich er onbehaaglijk bij voelde. Dat liet ze echter niet merken. Roerloos zat ze met haar handen in haar schoot gevouwen te wachten tot hij iets zei.
‘Dat je mijn vrouw wordt.’
Geschokt hoorde ze zijn voorstel aan. Ze kende de man niet eens, en hij had het over trouwen! Was hij gek? Zou hij haar vader geld lenen alleen om haar te kunnen krijgen? Wat was hij voor een monster? Een ijskoude rilling liep langs haar rug.
Kwaad sprong ze overeind. ‘Hoe kom je erbij dat ik met een volslagen vreemde zou willen trouwen?’
Om zijn mond speelde een arrogant lachje. ‘Ik dacht dat je het beste met je vader voorhebt. Anders was je hier niet.’
‘Dat heb ik ook, maar dat betekent niet dat ik mezelf aan jou geef.’ De man had geen idee wat hij van haar verlangde. Hij was vast een geweldige minnaar met veel ervaring, maar ze wist niets van hem en ze had geen enkele behoefte om hem beter te leren kennen.
‘Aan jou de keus,’ zei hij, alsof ze een normaal zakelijk voorstel bespraken. ‘Als je antwoord nee is, dan hebben we elkaar niets meer te zeggen.’
‘Natuurlijk is mijn antwoord nee,’ snauwde ze. ‘Wat denk je wel van me?’ Verontwaardigd draaide ze zich om en stormde naar buiten.
Spottend riep hij haar achterna: ‘Ik wacht op je, als je je bedenkt.’
‘Dan kun je wachten tot je een ons weegt,’ snauwde ze.
Ze voelde zich veel te opgelaten om meteen naar het ziekenhuis te gaan. Ze was met een taxi gekomen, maar nu besloot ze te gaan lopen. Eenmaal in het ziekenhuis kon ze al bijna lachen om het voorstel van Theo Tsardikos.
Haar vader moest er niet om lachen. ‘Je had het slechter kunnen treffen,’ vond hij. ‘Ik heb altijd gehoopt dat je met een trotse Griek zou trouwen en er is geen betere dan Tsardikos.’
Uit de mond van haar vader was dat een waar compliment, besefte Dione.
‘Ik was bang dat je tijdens je bezoeken aan Engeland verliefd zou worden op een Engelsman. Dat zou mijn hart breken.’
Ze stond op het punt om hem over Chris te vertellen, maar op het laatste moment zag ze ervan af. Yannis was er zo slecht aan toe, dat die bekentenis misschien te veel voor hem zou zijn. Hij zag er nog slechter uit dan de vorige dag.
‘Ik kan toch niet met een volslagen vreemde trouwen?’
‘Zelfs niet voor mij?’ vroeg Yannis bruusk. ‘Zelfs niet als mijn leven en mijn bedrijf ervan afhangen? Wat ben jij voor een dochter?’
Ze voelde zich schuldig, maar hield voet bij stuk. ‘Ik laat mezelf niet prostitueren.’
‘Door Tsardikos? Hij is een knappe vent. De halve vrouwelijke bevolking van Griekenland zit achter hem aan. Je zou duizenden vrouwen jaloers maken.’ Daarna zakte hij terug in zijn stoel en leek nauwelijks nog te ademen.