‘Het is wel veel gevraagd.’
‘Dat weet ik,’ gaf Phrosini toe.
Hoe graag Dione haar stiefmoeder ook mocht, op dat ogenblik wenste ze dat ze niet het onmogelijke van haar verlangde. Phrosini had zelf geen kinderen, tot Yannis’ teleurstelling, en ze beschouwde Dione als haar eigen dochter.
Dione keek de kleine Griekse vrouw aan. ‘Het ziet ernaar uit dat ik geen andere keus heb.’
Toen ze naar het ziekenhuis teruggingen om het aan haar vader te vertellen, was Dione blij met haar besluit. Hij zag er nog zieker uit dan eerst.
Zwaar ademend lag hij in zijn bed, maar zodra hij haar nieuws hoorde, glimlachte hij opgelucht.
‘Dank je wel, Dione. Ik ben je dankbaar met heel mijn verdorven hart.’ Hij pakte haar beide handen en kneep erin.
Dione ademde diep in toen ze voor de deur stond en zich voorbereidde om de legendarische Theo Tsardikos onder ogen te zien.
Haar vaders leven hing af van haar succes. Maar hoe kon ze in vredesnaam slagen, aangezien de twee mannen gezworen vijanden waren?
Hoofdstuk 2
Belangstellend keek Theo naar de vrouw. Dat Yannis Keristari een dochter had, wist hij. Maar hij had haar nog nooit ontmoet. Hij was aangenaam verrast.
Ze was in de twintig, lang, slank en gekleed in een grijs jasje met een bijpassende kokerrok en hoge hakken. Het jasje was tot vlak boven haar borsten dichtgeknoopt en een gouden hangertje hing verleidelijk laag in haar decolleté. De aanzet van haar borsten was net niet te zien. Hij vroeg zich af waarom ze het op zo’n warme dag vrij zedig had dichtgeknoopt. Geamuseerd stelde hij zich voor dat ze er niets onder droeg.
Haar amandelvormige ogen waren omkranst door volle wimpers en haar mond zag er verrukkelijk uit. Tot zijn verbazing leek ze totaal niet op haar vader. Ook was ze heel anders dan de andere Griekse vrouwen die hij kende. Dat intrigeerde hem meer dan de reden waarom ze hier was.
Die had ze hem overigens nog niet verteld, al was het duidelijk dat Keristari haar had gestuurd. Hij had gehoord dat Keristari’s bedrijf in moeilijkheden verkeerde. Had het bezoek van zijn dochter soms daarmee te maken? Kwam ze om hem haar vaders restaurants te verkopen?
Zonder zijn blik van zijn bezoekster af te wenden, wees hij haar een stoel en wachtte tot ze iets zou zeggen.
‘Mr. Tsardikos.’
‘Zeg maar Theo.’
‘Ik ben hier niet voor de gezelligheid.’
Toen ze haar hoofd bewoog, werd haar lange ranke hals zichtbaar, die erom smeekte om te worden gekust. Uit voorzorg ging Theo haastig achter zijn bureau zitten.
‘Dat is best mogelijk,’ zei hij. ‘Maar we kunnen de beleefdheidsvormen wel achterwege laten. Tenslotte ben je de dochter van een oude… kennis van me.’ Hij had ‘vijand’ willen zeggen, maar dat zou haar tegen hem kunnen innemen, nog voordat ze had verteld wat ze kwam doen. ‘Wil je koffie? Ik kan iemand –’
‘Nee!’
Ze liet zich duidelijk niet van haar voornemen afbrengen.
‘Goed, wat kan ik voor je doen?’ Hij sloeg zijn armen over elkaar en nam haar onderzoekend op. Dat veroorzaakte een reactie in zijn kruis die hem diep schokte. Dit was de dochter van een man voor wie hij niets dan minachting koesterde. Ze zou hem volslagen koud moeten laten. Waarom was dat dan niet het geval?
‘Mijn vader heeft geld nodig.’
Aan het verraderlijke blosje op haar wangen merkte hij dat ze dat er niet had willen uitflappen. Maar hij was er blij om, want nu wist hij tenminste waar hij aantoe was. Hij had aangenomen dat haar vader hem de eerste keus wilde geven bij de verkoop van zijn bedrijf. Dat hij haar om geld kwam laten bedelen, had hij niet verwacht.
‘O ja?’ vroeg hij koeltjes. Hij peinsde er niet over om de man uit de brand te helpen.
Dione knikte. ‘Hij denkt dat jij hem kunt helpen.’
Het liefst wilde Theo zeggen dat hij dat niet van plan was. Keristari was een vervelende bullebak en niet iemand om zaken mee te doen. Maar hij wilde Dione nog niet laten gaan. Ze boeide hem. Zo’n sexy vrouw als zij had hij lang niet ontmoet. Ze had iets verfrissend aparts, alsof ze geen besef had van haar eigen seksualiteit. Wat zou hij haar er graag mee laten kennismaken…
‘Waarom klopt hij daarmee bij mij aan?’ Met zijn handen ineengestrengeld achter zijn hoofd leunde hij achterover. ‘Waarom stapt hij niet naar zijn bank?’
‘Ik denk dat hij te diep in de problemen zit,’ bekende ze. ‘Jij bent zijn enige hoop. Hij rekent erop.’
Dione zag de blik van ongeloof op het gezicht van Theo Tsardikos, de zweem van woede die hij snel onderdrukte, en ze besefte dat haar missie tot mislukken was gedoemd. Toch moest ze het proberen. In gedachten zag ze haar vader hulpeloos in het ziekenhuis liggen. Hoe bang ze ook voor hem was en hoezeer ze hem soms verachtte, ze kon er niet tegen om hem zo ziek en zorgelijk te zien.