‘Je werd overmand door alle emoties van vandaag,’ zei hij kort. ‘Gaat het weer? Zal ik iemand sturen om –’
‘Nee! Ik voel me weer prima en ik wil graag alleen zijn.’
Na een grimmig knikje draaide hij zich om. Opgelucht zag ze de deur achter hem dichtvallen. Na deze verschrikkelijke dag wilde ze alleen nog maar gaan slapen om nergens meer aan te hoeven denken.
Theo liep zijn kamer in. Hij kleedde zich haastig uit en liet zijn kleren in een slordige hoop op de grond liggen. Eerst ging hij een ijskoude douche nemen. Die vervloekte Dione! Die vervloekte familie Keristari! Ze dreven hem tot wanhoop.
Het geld speelde geen rol, want hij was rijk genoeg. Maar Dione was een ander geval. Hij had het contract getekend en had beloofd om haar met rust te laten. Hoe moest hij zich daar in vredesnaam aan houden?
Zodra hij haar één keer had aangeraakt, was het te laat. Hoe moest hij de komende dagen doorkomen zonder haar te strelen en met haar te vrijen?
Misschien kon hij beter weggaan en proberen haar te vergeten. Of zou hij gewoon haar kamer binnen stormen om haar vurig te beminnen? Bij die gedachte laaide zijn passie op. Verdraaid, wat had hij zichzelf aangedaan?
Het duurde een hele poos voordat hij, allesbehalve verkwikt, onder de douche vandaan kwam. Dit was een nachtmerrie waaruit hij voorlopig niet zou ontwaken. En als de twaalf lange maanden eindelijk voorbij waren, zou hij nog meer geobsedeerd door haar zijn.
Met een handdoek om zijn middel liep hij als een gekooide leeuw heen en weer. Ten slotte ging hij uit wanhoop op het balkon zitten kijken naar de oceaan, die net zo rusteloos was als hijzelf.
Hij deed zijn ogen dicht, maar zag alleen Diones mooie gezicht voor zich. Het was haast onverdraaglijk dat ze nooit echt zijn vrouw zou zijn. Hij had haar geleidelijk het hof willen maken, maar bij het besef dat ze in de kamer naast hem in haar bed lag, was zijn begeerte opgelaaid. Nu kon hij nergens anders aan denken dan dat hij de hele nacht lang met haar wilde vrijen.
Wat had hij zich vergist door te denken dat hij dit spelletje kon spelen. Dat zou wel mogelijk zijn met andere vrouwen, maar niet met Dione Keristari. Ondanks haar wanhopige blik was hij onmiddellijk voor haar charmes gevallen, en hij bewonderde haar moed.
Hij stond op en ging ijsberen over het balkon, dat om het hele huis heen liep. Toen hij de hoek om kwam, bleef hij staan, want daar stond Dione tegen de balustrade leunend naar de oceaan te kijken, net zoals hij had gedaan. Zodra ze hem zag, wilde ze haar kamer in gaan, maar hij stak snel zijn hand uit. ‘Niet weggaan, alsjeblieft.’ Langzaam kwam hij dichterbij toen ze aarzelde.
In plaats van zijn mooie trouwjurk had ze nu een satijnen nachtpon aan die haar verleidelijke welvingen nauwelijks verhulde. Waarom droeg ze die juist deze nacht?
Opeens raapte ze een omslagdoek op die ze strak om zich heen wikkelde, alsof het tot haar doordrong dat ze halfnaakt was. Op zo’n warme avond kon hij het haar niet kwalijk nemen dat ze schaars gekleed wilde zijn. Zelf droeg hij nooit iets in bed, en nu werd hij zich ervan bewust dat hij alleen maar een handdoek om zich heen had geslagen. Misschien dacht ze dat hij iets van plan was.
‘Ik kon niet slapen,’ zei hij verontschuldigend.
‘Ik ook niet,’ bekende ze.
‘Ik dacht dat het geruis van de oceaan je wel in slaap zou sussen.’
‘Nou, dat is niet zo. Ik heb te veel aan mijn hoofd.’
‘Ik ook.’
Allemachtig, wat een saai gesprek om met je bruid te voeren! Maar wat moest hij anders zeggen? Hij had beloofd haar niet lastig te vallen, maar ze maakte hem gek van verlangen.
‘Laten we even gaan zitten om samen naar de oceaan te kijken,’ zei hij zo ongedwongen mogelijk. ‘Wil je misschien iets drinken?’
‘Nee, bedankt, maar ik wil wel even gaan zitten.’
Hoorde hij een gepijnigde ondertoon in haar stem? Ging ze alleen op zijn voorstel in omdat ze niet de kracht had om hem af te wimpelen? Hij hoopte van niet. Hij hoopte niet dat ze een hekel aan hem had, ook al had hij haar min of meer tot een huwelijk gedwongen.
Het was de enige oplossing die hij kon bedenken om haar niet uit zijn leven te laten verdwijnen. Hij moest er niet aan denken dat hij haar nooit meer zou zien. Nu begreep hij pas hoe dwaas zijn idee was geweest. Hij kon alleen maar hopen dat haar wrok tegen hem langzamerhand zou slijten.
In het schijnsel van de maan kon Theo haar gezicht goed zien. Ze zag er triest uit en het kostte hem de grootste moeite om haar niet in zijn armen te nemen.
‘Hoe gaat het met Yannis?’ vroeg hij.
‘Dat weet ik niet.’
‘Op de bruiloft zag hij er broos uit.’
‘Dat is hij ook. Phrosini is erg ongerust over hem.’
‘En jij, ben jij ook ongerust?’
‘Natuurlijk,’ antwoordde ze na een aarzeling. ‘Ik houd van mijn vader. Waarom zou ik anders met deze situatie hebben ingestemd?’