Inwendig kreunde Dione. Ze had niet beseft dat Theo’s huwelijk zoveel opzien zou baren. Eigenlijk had ze op een bescheiden bruiloft gehoopt, maar de gasten waren in groten getale het ziekenhuis binnen gestroomd en het bruidspaar werd uitbundig gefeliciteerd.
De receptie vond plaats in Theo’s villa. De terrassen waren met bloemen versierd, er speelde een orkestje en er werden heerlijke hapjes geserveerd.
Theo hield een toespraak waarin hij verklaarde dat hij een gelukkig man was, en Dione zat er charmant blozend bij te luisteren. Theo’s ouders staken hun blijdschap over hun gelukkig uitziende zoon niet onder stoelen of banken en zijn zuster Alexandra kon het nauwelijks geloven.
‘Ik had nooit gedacht dat Theo nog eens in het huwelijksbootje zou stappen na wat er is gebeurd,’ zei ze tegen Dione. ‘Hij had gezworen dat hij nooit zou trouwen. Je moet wel een heel bijzondere vrouw zijn dat je hem op andere gedachten hebt kunnen brengen.’
Hoofdstuk 4
Theo was al eerder getrouwd geweest! Vol ongeloof keek Dione Alexandra aan.
‘Dat heeft hij je niet verteld, hè?’ merkte zijn zuster op. ‘Dat verbaast me niet. Hij praat er nooit over.’
‘Wat is er gebeurd?’ wist Dione uit te brengen. Haar hart ging wild tekeer.
‘Misschien moet Theo je dat zelf maar vertellen.’ Alexandra keek opeens ongemakkelijk.
Ze was bijna even lang als haar broer en een aantrekkelijke verschijning. Maar haar uiterlijk deed er nu niet toe; het ging om de informatie die ze had verstrekt.
‘Nee, nu wil ik het weten ook!’ protesteerde Dione.
‘Jullie kennen elkaar nog niet zo lang, hè?’ informeerde Theo’s zuster voorzichtig.
Dione kon niet over haar lippen krijgen dat ze halsoverkop waren getrouwd. Als in een waas was de plechtigheid voorbijgegaan. Ze kon zich zelfs niet herinneren of ze Theo haar jawoord had gegeven. Wel wist ze nog dat hij naast haar had gestaan en een kneepje in haar hand had gegeven toen ze was gaan hakkelen.
Alexandra grinnikte. ‘Liefde op het eerste gezicht? Dat schijnt in het echt nooit voor te komen. Sinds zijn scheiding was hij erg in zichzelf gekeerd. Het was een ongelukkig huwelijk. Ze zijn alleen bij elkaar gebleven omwille van hun zoon. Dat hij jou heeft leren kennen is het beste wat hem is overkomen.’
‘Heeft Theo een zoon?’ vroeg Dione verbijsterd.
Alexandra schudde haar hoofd. ‘Hij is gestorven toen hij nog maar elf maanden was. Ik geloof niet dat Theo er ooit overheen is gekomen. Daarna is Katina bij hem weggelopen, en toen zijn ze gescheiden.’
‘Wat vreselijk voor hem.’ Dione zag Theo opeens met andere ogen. ‘Geen wonder dat hij er niet over wil praten.’ Ze nam zich voor om hem nooit te laten merken dat ze ervan wist. Tenzij hij er zelf over begon, maar gezien de omstandigheden was dat onwaarschijnlijk.
Er leek geen eind te komen aan de dag. Plichtsgetrouw stond Theo naast haar, terwijl een onafgebroken stroom vrienden en familie hen kwam feliciteren. Niemand kon vermoeden dat het allemaal toneelspel was. De manier waarop hij naar haar keek en teder haar elleboog aanraakte, was heel overtuigend. Ook Dione glimlachte tot ze er kramp in haar kaken van kreeg.
‘Je had bij het toneel kunnen gaan,’ fluisterde Theo in haar oor.
‘Jij ook,’ reageerde ze.
Toen Phrosini hen kwam feliciteren, zei ze tegen Dione: ‘Je vader is je erg dankbaar voor wat je doet.’
Terecht, had ze er bijna uitgeflapt, maar om haar stiefmoeder niet te kwetsen, glimlachte ze alleen.
‘De jurk die Theo heeft gekozen, staat je goed.’
‘Ze is beeldschoon,’ verklaarde Theo als trotse bruidegom. ‘Het wordt beslist een opwindend huwelijk.’
Dione wilde vragen wat hij daarmee bedoelde, maar niet in het bijzijn van Phrosini. Alle ruzies die ze zouden hebben? Vast niet opwindend op het seksuele vlak, daarvan was ze overtuigd.
‘Wat bedoelde je daarmee?’ vroeg ze, zodra Phrosini zich had omgedraaid.
‘Dat ik me met jou nooit zal vervelen,’ antwoordde hij. ‘We zullen heus wel eens onenigheid krijgen en ik ben me ervan bewust dat je vandaag het liefst ergens anders had willen zijn. Maar je hebt het er uitstekend afgebracht. Dat is ook een felicitatie waard.’ Hij boog zich naar haar toe om haar te kussen.
Van afschuw deinsde ze achteruit. Als hij niet waarschuwend haar arm had vastgegrepen, zou ze hem hebben weggeduwd.
‘Pas op, agapi mou, ze letten op ons.’
Om haar afkeer te verbergen forceerde ze een lachje. Gelukkig had ze niet ingestemd met zijn oorspronkelijke contract, anders had ze de nacht in zijn bed moeten doorbrengen. In bed met een vreemde… Ze huiverde.
Onmiddellijk vroeg Theo bezorgd: ‘Heb je het koud?’
‘Er liep iemand over mijn graf.’ Wat een toepasselijke uitdrukking, dacht ze wrang. Ze was liever dood dan getrouwd met deze vreselijke man.